HET

9

leiding in Holland, waar hij zich in Den Haag _ metterwoon vestigde".

Is het zoo nitt? *

Verder maar weet: „Valkenburg, die als alle in Indië geboortige jongens zeer lenig was, maakte zijn leertijd als voetballer door bij een der tientallen schooljongens-clubjes, die Duinoord en de tuiten der huren onveilig maakten. Op zooveel jarigen leeftijd deed Valkenburg zijn intrede in H.B.S. en reeds dadelijk viel zijn spel zoodanig op, dat men b?m tot captain van H.B.S. VII A verkoos. Ia het volgend seizoen, enz. enz. totdat hem in het jaar 1900 en zooveel de eer te beurt viel voor H.B.S. I uit te komen. Sedert is Valkenburg een gewaardeerd eerste elftal speler van H.B.S., van welke vereeniging hij sedert 1900 en zooveel aanvoerder is. Als Valkenburg straks aan boord van den Vondel of den Rembrandt, of de Goentoer of de Wilis de verre reis naar Iidië gaat ondernemen — Indië dat zich slingert, u weet wel! — kan hij er van verzekerd zijn, dat er een speler, een aanvoerder, H.B.S. heeft verlaten, wiens plaats niet spoedig vervuld zal worden. Piet, wij wenscben je een even groot succes op het voetbalveld toe, als in je nieuwe Indische werkkring — ik bedoel natuurlijk

andersom. m .

Tot weerziens, Piet I

Geliefde lezers, dit is cliché!

Zoo heeft de Veendamsche correspondent van dit blad zijn boezemvriend Jan Jansen uitgeleide gedaan en de Venlosche berichtgever deed evenzoo, toen Piet Pietersen vertrok naar de Oost, de West, Azië, Afrika of Amerika.

Geliefde lezers, dit recept heeft afgedaan I

Althans voor mij.

Piet Valkenburg is een vreemde figuur in dit voetbal-wereldje, waar wij af en toe zoo graag eens op schelden — beste bewijs, dat we er véél, te'él véél van houden!

Ook Piet Valkenburg hield van zijn sport, hield van H.B.S., maar bij deed dit op eene eigenaardige manier, zooals hij alles op zijn manier deed.

Het is een vreemde figuur, deze scheidende aanvoerder van H.B.S. en zoo ik dez3 woorden aan hem wijd, is hst met de onprettige wetenEchap, dat hijzelf er zgn schouders over zal ophalen. .

„Nou jal", zegt Piet, „weer een stukkie ra da krant 1"

'len onrechte^ want de ontleding van dezen voetballenden mentcb, dezen menscbelijken voetballer, is mij een vreugde, omdat het menBchelijke van dezen voetballer op zoo vreemde oogenblikken tot uiting kwam, omdat het voetballers-type in dezen mensch nimmer het menscbelnke in den voetballer vermocht te onderdrukken.

Hg' was een krachtige tegenspraak voor ieder, die beweert, dat een voetballer eerst si eler is, dat er dan een leegte in hem onts att, waarna in het verre verschiet de mensch komt opduiken, hetzij deze mensch juris*, medicus, handelsman, apotheker, ambtenaar of ingesieur is.

Bij Valkenburg was het gansch anders : Piet is

ingenieur, studeerde voor dien tijd in Delft, leefde dan zijn algemeen menschelijke leven en speelde eerst daarna voetbal. Maar gedurende de uren, dat hij voetbal speelde, deed hij dit met gansch zijn ziel, met gansch de overgave van heel zgn vierkante, pootige lichaam, waarboven een vierkant hoofd op vierkante schouders geplant, meester bleef van iedere situatie, zelfs in het heetst van den strijd.

Ik weet niet hoe oud Piet was toen bij in Nederland kwam ; ik?weet niet of hij jong of oud was, toen hg begon te voetballen ; wanneer bij speler of aanvoerder van H.B.S. werd; dit alles deert mij niets!

Wellicht heeft Valkenburg gespeeld voor het Nederiandsch Elftal, misschien ook niet. Heeft hij dit gedaan, hij zal zich gegeven hebber, zooals bij was, maar uitgeblonken als een De Korver of een Göbel, dat deed hij nooit.

Menechen, voetballers, als Piet Valkenburg, blinken niet uit. Ze scheppen er een vreugde in niet onder te gaan in de groote hoop en dit is een beschuldiging, die Valkenburg nimmer zal boor en.

Hat is een vreemd soort menscb, deze Valkenburg, waarover ik hier schrijf. Hij had over veel dingen, veel maatschappelijke toestanden een oordeel, dat steeds helder, dikwijls bestreden, doch immer, boven en voor alles, menschelijk was.

Want deze mensch leefde een eigen leven, ongeweten voor de meesten, vermoed slechts door enkelen, met als ingewijde waarschijnlijk slechts een brcer — en dit is louter vermoeden mijnerzijds Want niets zou mij minder verbazen, dan dat ook zijn jongere broer, M»x, met wiea hij samenwoonde, bulten het ik-leven van zijn ouderen broer ttoad.

Was Valkenburg, de oudere, populaii? Neen, gelukkig niet! Dergelijke menschen zijn niet populair, zullen het niet worden ook, begeeren allerminst populaii'eit.

Valkenburg was, het klinkt vreemd dit te zeggen in de onvormelijke voetbalwereld, een bovenal geacht aanvoerder en speler. Hij was dit vooral bij de elftalleden en bij de jongere H.B.S.'ers. Hjj was dit ook bij de schare kennissen, de weinige vrienden — is dit niet steeds zó) in het leven: veel kennissen, niet te tellen zooveel; weicig vrienden, op een, twee, soms drie vingers na te tellen ? — met wis hij 's avonds vrij geregeld samenkwam op 't Rogentesselaan. „'t Naaldje", „de Duif," „Emma" en alle andere bekende en nog meer onbekende namen, zijn ciut van noode om dit verzamelpunt nader aan te duiden.

Daar gaf hij vaak zijn oordeel, zooals hg het aan zijn elftalleden gaf, over de duizend-enêéa dingen, die besproken werdun in den kleinen kring, waar hij zich thuis in gefoslde, althans zóó deed.

Want thans, nu ik aan het einde kom van mijn karakteristiek van deien jongen man, die in Indië een mooien werkkring gaat vervulleD, bekruipt mij de aarzeling: voelen m**nschen als Valkenburg zich wel ooit ergeiïs thuis, dan op hun eige-n kamer — als ze «Heen zgn ?

Men heeft op de laatste i.l«emeene vergadering van H B.Si aan Pist Val Wburg het eerelidmaalschap aangeboden; men heeft hem Zondagmiddag in Haarlem, bij den wedstrijd Haarlem—