en haar verloop tot 15 augustus 1894.

98: =

woord van de vorsten was gekomen, vertrok Hr. Ms. fregat „Koningin Emma der Nederlanden", aan boord waarvan zich de Resident van Bali en Lombok bevond, van Ampenan naar Boleleng, om het Gouvernement met het gebeurde in kennis te stellen.

De voorgenomen expeditie moest thans doorgaan. Als opperbevelhebber werd aangewezen de Generaal-Majoor J. A. Vetter, aan wien als onderbevelhebber was toegevoegd de Generaal-Majoor P. P. H. van Ham en voor het politiek beleid de Resident van Bali en Lombok, Dannenborg, terwijl de maritieme macht werd gecommandeerd door den Kapitein-ter-zee H. Quispel; deze was samengesteld uit de fregatten „Koningin Emma der Nederlanden" en „Tromp", het pantserschip „Prins Hendrik der Nederlanden", de pantserdekkorvet „Sumatra" en het flottieljevaartuig „Borneo".

Intusschen werden door de „Prins Hendrik", „Sumatra" en „Borneo" („de Tromp" kwam eerst den 238'™ Juni in de wateren van Lombok) de Koord-, West- en Oostkust van het eiland geblokkeerd. Voor dezen blokkadedienst werden verder gebruikt twee kruïsbooten, op ieder waarvan een detachement was van 1 onderofficier en 9 minderen, onder bevel van een Luitenant ter zee 2e klasse of Adelborst la klasse; hun werden de Kombal-baai op de NW.kust en de Laboeantring-baai op de Westkust aangewezen ter bewaking.

Verder deden de opiumjagers „Cycloop" en „Argus" dienst tusschen Ampenan en Boleleng, voor het overbrengen van berichten en brieven of ververschingen aan de verschillende schepen.

Met het oog op den mogelijken invoer van wapens en munitie was, met buitenwerkingstelling van de ordonnantie van 30 Novem1876, voor zooveel Lombok betreft, door den Gouverneur-Generaal het volgende bepaald:

1°. De in- en uitvoer van vuurwapenen, buskruit en ander oorlogsmateriëel op het eiland Lombok, anders dan ten behoeve van den lande of tengevolge eener bijzondere vergunning van den Resident van Bali en Lombok, is verboden.

2°. Het aanwezig zijn aan boord van schepen of vaartuigen, zich bevindende op eene reede of in eene haven van het eiland Lombok, van vuurwapenen, buskruit en ander oorlogsmateriëel, niet behoorende tot de uitrusting van het vaartuig, wordt gelijk gesteld met verboden invoer, behalve ingeval het vaartuig de reede aandoet tengevolge van bewezen zeeramp of nood.

3°. Overtredingen worden gestraft met geldboeten van f 1000 tot ƒ 50.000.

De aangehaalde goederen worden verbeurd verklaard.

Vaar- of voertuigen, waarmede de overtreding is geschied of beproefd, zijn voor de betaling van de opgelegde boeten en voorde kosten der gerechtelijke vervolging aansprakelijk.

Poging tot overtreding is strafbaar.

4°. De landraad te Boleleng neemt kennis van alle overtredingen der bepalingen van deze ordonnantie gepleegd door Inlan-