VOOR HET DIENSTJAAR 1895.

tfi9

1890 nieuw waren, zijn slechts in vrij goeden staat. Eventueele herstellingen aan de „Banda" moeten uit onderdeel b van onderafdeeling 123 worden bestreden, vermits het opnemingsvaartuig tot de Indische militaire marine behoort (vergelijk bijlage C van den uitgewerkten en toelichtenden staat van hoofdstuk I der uitgaven).

Onderafdeeling 122. De mededeeling op bladz. 51 van het Koloniaal Verslag over de moeilijkheid om het aantal Europeesche vuurstokers steeds voltallig te houden, stemt overeen met hetgeen te dien aanzien is gezegd op blz. 457 van het jaarboek van de Koninklijke Nederlandsche Zeemacht 1892—1893. Uit eene opgave van den Minister van Marine is den ondergeteekende thans gebleken, dat er in de laatste jaren integendeel een overcompleet bestaat bij het corps Europeesche vuurstokers in Indië, waarop de aandacht van den Gouverneur-Generaal zal worden gevestigd.

Dat het nieuwe flottieljevaartuig //Borneo" zeer slecht gebouwd is kan niet worden toegegeven, want in het rapport van den commandeerenden officier van dien bodem, in Februari jl. bij aankomst te Tandjong Priok ingediend, wordt gezegd dat de «Borneo" op de uitreis getoond heefc een «degelijk" stoomschip te zijn. Slechts een tweetal gebreken werden toen ontdekt, namelijk: dat de waterdichte dwarsschotten en de schotten der kolenruimen stof doorlaten en dat het als cement in het benedenschip gebruikte mengsel van asphalt, koolteer, portland-cement, hars en naphta-olie niet heeft voldaan aan de verwachting om bij eene temperatuur van 120° Fahrenheit hard te blijven.

Evenmin is het bericht juist als zou men de machine van de //Borneo" hebben moeten afbreken om de gebroken schroefas te lichten, zooals moge blijken uit het volgend extract uit een rapport van den commandant van genoemden bodem gedagteekend Alexandrië 5 December 1893: „Met de voorbereidende werkzaamheden tot uitnemen der geheele schroefas is een aanvang gemaakt. Het gedeelte houten en stalen opperdek tussehen de lantaarn van de machinekamer en den ventilator boven de trap naar de machinekamer is opgenomen, de zich onder dat dek bevindende balken en het achtervlak van de lantaarn met de zich daarin bevindende roosters zijn weggenomen, terwijl de passage in het waterdichte schot tot doorlaten van de as zooveel vergroot is dat de schroefas kan passeeren zonder dat het noodig is eenig deel van de machine af te tuigen; de tunnel-as is aan dek gebracht en de thrustas op zijde gelegd. Bij al deze werkzaamheden is zorg gedragen dat alle samenstellende deelen op nieuw konden worden benut."

Onderafdeeling 123. Uit de Indische begrootingsbescheiden blijkt niet wat tot de onjuiste opgaven aanleiding heeft gegeven. De onjuistheid werd daarin eenvoudig geconstateerd.

De prijzen der Engelsche kolen zijn nog al aan verandering onderhevig. Terwijl in 1893, volgens bl. 54 van het Koloniaal Verslag voor 1894, te Batavia kolen zijn aangeschaft voor f 17,85 per ton, bedroeg in dat jaar het gemiddelde van den te Pinang