IETS OMTRENT DEN ZIEKENBOEG VAN ONZE NIEUWE KRUISERS.

415

Bij nadere beschouwing bevat het ziekenverblijf 3 kooien, (waarschijnlijk vaste), 1 verbandtafel, 1 badkamer met kolenstortgat en 1 privaat. M. a. w. in den ziekenboeg vindt men nu alle aan boord denkbare vuiligheid vereenigd. — Het moge handig zijn, dat de zieke zijn privaat vindt in een hoekje van zijn verblijf, doch in strijd is het zeker met de hygiëne.

De badkamer behoort ook niet in den ziekenboeg thuis, al mag het ook zijn in een afgesloten hoekje, ze maakt het verblijf op zijn minst vochtig, zoo niet erger.

Het kolenstortgat is waarschijnlijk niet te vermijden, doch dan moet het ook onschadelijk gemaakt worden. Zooals de kolenstortkokers op de «Wilhelmina'' werken, geven ze telkens, na het kolenladen, aanleiding tot een ernstigen schoonmaak met al wat daaraan verbonden is. Als dat alles door den ziekenboeg moet gebeuren, zal hij op schepen, die dikwijls kolenladen, zoo goed als onbruikbaar worden.

Doch hoe hierin verbetering te brengen ?

Mijns inziens zou het aanbeveling verdienen:

1°. het voorste dwarsscheep?che schot van het privaat door te trekken en een deur te maken naast de andere in het langscheepsche schot;

2°. de om een stortkoker gebouwde badkamer af te breken en den bedoelden koker eerst goed stofdicht te maken en daarna zoodanig te betimmeren, dat aan weerszijden kasten afvallen, die aan de voorzijde gesloten worden door deuren in een dwarsscheepsgeplaatst schot, of beter nog 2 nissen, waarin verplaatsbare kasten een plaats vinden. Deze kasten vertegenwoordigen een bergruimte van 2 M3, gelijkstaande aan de bergruimte onder 2 vaste kooien;

3° de ruimte bestemd voor apotheek -f- machinisten-badkamer, in te richten voor 2 badkamers;

4°. de apotheek, die vooral ook met het oog op het conserveeren der geneesmiddelen en instrumenten een droog plekje moet hebben, te bouwen in de midscheeps vóór of achter het schot, dat het volksverblijf van de officiersverblijven scheidt. Wanneer men een dezer ruimten betimmert, geeft dat zeker geen belangrijke stoornis in de circulatie van wat ook. Mijns inziens zou de ruimte vóór den voorsten ventilator van de machinekamers de voorkeur verdienen, omdat men het licht kan ontleenen aan de ventilators en geen licht en lucht ontneemt aan het volksverblijf, waarvan de achterste lantaarn dan betimmerd zou worden.

Het zou verder aanbeveling verdienen de vaste kooien af te schaffen en ze te vervangen door hangende, eenvoudige metalen kribben, die men, als ze niet bezet zijn, toevouwt met kooigoed er in, 90° draait, zoodat ze verticaal komen met hun breedte en ze langs rails aan boven- en benedendek tegen het binnenste langscheepsche schot kan schuiven.

Men brenge dus aan 4 dwarsscheepsche rails aan het bovendek en 4 dito's in het benedendek. De afstand van 2 bij elkaar behoorende rails is gelijk aan een kooilengte en ze reiken tot op de halve breedte van den ziekenboeg.