correspondentie.

471

acht schrijven van 14 dezer ■— mede, dat het TJEd. niet is mogen gelukken de resteerende goederen van de vorige gamelle-off. van de //Friso" aan de nieuwe gamelle over te doen en dat TJEd. ons dus voorstelt wegens gemaakte overeenkomst de ongebruikte goederen terug te zenden, behoudens de artikelen die beschadigd zijn.

Mag ik TJEd. attent maken op iets wat TJEd. blijkbaar over 't hoofd heeft gezien? De goederen toch van de //Friso", voor de reis meegenomen, zijn geborgen geweest, gedurende langen tijd, in een schip door berri-berri geïnfecteerd; daar echter goederen die in een besmet schip geweest zijn en bovendien ter desinfectie volgens welke methode ook behandeld, in handelswaarde voor ons volkomen gelijk staan met beschadigde blikken, moeten wij TJEdelgestr. dus tot onzen spijt mededeelen dat wij in geenen deele de overgeblevene goederen kunnen terug ontvangen.

Vertrouwende TJEd. de billijkheid van onze weigering zult inzien, verblijven wij

Hoogachtend, enz.

Na eenige correspondentie met de betreffende personen, waarin wij ons, naar onze meening alleszins juist standpunt bleven handhaven, verscheen in dit blad een //waarschuwing" tegen onze flruia, waarvan vooral de volgende woorden onze aandacht trokken: „(het) ligt voor de hand dat de firma van Hoogenstraaten & Co. zich slechts van dit voorwendsel (het geheerscht hebben van berri-berri) bediend heeft om zich te onttrekken aan eene verplichting, die zij noode op zich genomen heeft, om bij de scherpe concurrentie die er heerscht, zich van de levering der provisiën voor Hr. Ms. „ Friso" te verzekeren".

Nog nooit hebben wij getracht een voorwendsel te vinden om ons te onttrekken aan de door ons gecontracteerde terugname van onbeschadigde blikken. Het spreekt dan ook van zelf dat wij er niet aan gedacht hebben overgeblevene goederen van eenige na de nFriso" binnengekomen oorlogsschepen niet terug te nemen. l)

Duidelijk echter blijkt uit boven afgedrukten brief het geheel exceptionneele van het geval.

Evenmin als wij voor onzen naam in onze magazijnen blikken willen terugnemen, die beschadigd zijn en dus bij volgenden verkoop den nieuwen kooper een vreemden indruk zouden geven van de wijze waarop wij onze orders uitvoeren, evenmin willen wij daarin opnemen blikken, waarvan gezegd kan worden dat zij geweest zijn in een besmet schip.

Kwade berichten worden sneller verspreid en meer overdreven dan goede, en wij gelooven zeker dat uwe redactie een der eersten zou zijn om terecht eene „waarschuwing" te schrijven tegen onze firma, wanneer het u ter ooren kwam dat wii terugnamen goederen afkomstig uit een van regeeringswege besmet verklaard schip, na-

1) Dat wij in met de gamelles nieuw te maken contracten deze gunstige bepaling niet meer opnemen, doet hier niets ter zake.