UIT DB PERS.

749

het tijdsverloop en daartoe wordt van een uurwerk^ gebruik gemaakt, dat honderdsten van seconden aangeeft. De waarnemingen geschieden door geoefende personen: de persoonlijke fout bij het passeeren van het le stel bakens worden geëlimineerd door die bij het 2e stel. Er is hier geen sprake van een fout van 1 sec, waarvan de heer T. gewaagt, maar slechts van enkele honderdsten van een seconde. Bij 20 mijl*geeft een fout van i/100 sec. een vaartverschil van 0.0022 mijl, d. i. dus voor 10/100 sec. nog slechts 0.02 mijl. De door den heer T. aangehaalde cijfers betreffende vaart, vermogen en kolenverbruik van de „Sumatra", „Reinier Claeszen" en „Wilhelmina" zijn ontleend aan de officieele bescheiden. De heer T. verzuimt echter mede te deelen, en toch is hem dit ongetwijfeld bekend, dat werktuigen en ketels der 3 schepen, benevens de romp van het eerstgenoemde, vervaardigd zijn onder buitengewoon ongunstige omstandigheden door de Kon. Fabr. van Stoom- e. a. Werkt, te Amsterdam, die het werk ten gevolge der gedwongen liquidatie voor een groot deel aan andere handen moest overdragen. Geen verwondering kan het wekken, dat onder zulke voorwaarden de kwaliteit van het geleverde te wenschen overlaat. Voor de „R. C." zijn de machines verder afgewerkt door de Kon. Mij. „De Schelde", zonder dat de verantwoordelijkheid voor het behalen van een bepaald vermogen bij het nieuwe contract door die fabriek kon worden aanvaard.

In normale omstandigheden zon door de Departementen van Marine en van Koloniën, zeker geen genoegen zijn genomen met de verkregen resultaten, evenmin als door de fabriek en de proeftochten herhaald zijn geworden, totdat aan de eischen was voldaan. In het buitenland ziet men proeftochten zeer dikwijls vele maanden duren.

Op wien had in geval van weigering de schade verhaald moeten worden ?

De betrokken Ministers hebben wellicht bij het aangaan der contracten met de Kon. fabriek destijds de hoop gekoesterd, deze industrieele instelling, in het centrum der vesting Holland gelegen, aldus voor de Marine te kunnen redden.

_ De heer T. werpt met die breed uitgesponnen lijdensgeschiedenis der drie failures, zooals hij ze noemt, zonder vermelding der oorzaak, noodeloos een blaam op de Ned. industrie.

Zijne beschouwingen over het verdeeleii van den buit over drie fabrieken zijn moeilijk te rijmen met de stelling, in den aanhef verkondigd: aanbouw binnenslands staat op den voorgrond.

Met de Ned. industrie schijnt de heer T. het dus niet zoo goed te meenen als met de Ned. Marine.

Een enkel woord^ nog over de pantserplaten, den munitievoorraad en het zware' geschut van het type A.

Het is bekend, dat de nikkel-stalen pantserplaten gekozen zijn als resultaat eener vergelijkende proef door de Marine zelve genomen. Men moge het niet eens zijn met de uitspraak deicommissie van proefneming en destijds reeds de voorkeur hebben gegeven aan Harvey-platen, een feit is het dat hier bewaarheid wordt: