HET SP OE

Stokvis en Coster in de negentigerjaren niet medegerekend, heb ik thans circa 4Vs j*ar week in week uit het groene blad van een „Uit Breda" voorzien. Na heel wat optellingen, multiplicaties en andere rekei kundige bewerkingen, is 't resultaat, dat 't huidige artikel, het epistel, waarde lezer, dat ge op 't oogenblik leest, het honderdste is, dat geregeld onder zetter's handen kwam. Eerst kwam ik tot 98, toen tot 103, daarna tot 99; doch met behulp van oude Sportbladjaargai gen en een helder hoofd (en dat zoo vlak na Nieuwjaar) is de conclusie, dat mijn eerste „Uit Breda" in 19Q9 tevgns mijn honderdste artikel gedu eude mijne vaste medewerking aan „Het Sportblad is. Niemand weet het, en niemand zou het oöit geweten hebben, als ik zelf niet uit de aardigheid eenige weken geleden, dit wiskundig(?) Vraagstuk had opgelost.

Of ik 't tot nog honderd artikelen zal brengen, ik neem de vrijheid het zelf te betwijfelen ; maar dat ik me zelf gelukwensch met dit lustrum, ik ben zoo nuïf het volmondig te bekennen. Circa 200 wedstrijdverslagen kwamen uit mijo pen en op 't iportblad"p»»pier, waarachtig, daar komt au*dau«r bij te pas, het verheugt me echter, dat journalifetiekelingen als L tervieuwer, H. J. O., e.a. mij openlijk hunne waardeering ten opzichte van mijn éVs j^rige pennevruchten hebben betuigd en dat verder lezeressen en lezers nimmer een afkeurend oordeel hebben doen hooren. Ik dank u allen, waarde letter-verslinders, voor deze uwe lankmoedigheid en vertrouw tevens op £tlijk« dosis van deze eigenschap voor hetgeen waarmede ik verder de , Hpoi tbladkolommen nog denk te vullen. Ik dank ook u, Redacteur Groot hi ff voor den steun en de welwillendheid die ik steeds van uwe zij ie mocht ondervinden en reken bij voorbaat ook hierop voor de toekomst. Aan hen die een mindere welwillende ontvangst aan mijne ariikelen bereidden, beleefd verzoek, mij hun naamkaartje te zenden : de meer of mindere groote hoeveelheid van deze kartonne'jes kan me een welkome leiddraad wezen, mijn epistels te staken of ze derwijze in te richten, dat ze meer aan het doel beantwoorden, n.1. populariseering van onze voetbalsport. Bij deze gelegenheid wil ik ook ben, die nog eenigszins omtrent mijne identiteit twijfelden, mijn pseu ioniem ontmaskeren en hier op den honderdsten g boortedag van „Uit Brrda" meedeelen, dat Cloche, de vader van dit product, in den omgang wordt genoemd ... J. P. van Bel. Om echter mijn rol tot 't einde toe uit te spelen, zal „Cloche" ook in de toekomst het onderschrift vormen van mijn pennevruchten. Prosit, Cloche ! Dank je wel, van Bel 1

Afgeloopen Zondag.

Thans eerst ben ik gekomen aan 't eigenlijke punt van afgang. De aanloop is wat lang geweest maar een mensch is nu eenmaal een mensch en ieder mensch bezingt graag zijn eigen roem vooral, wanneer anderen het niet doen. Hans', de redacteur van „De Sport" heeft mij in deze een voorbeeld gegeven, door onlangs in een hoofdartikel, zijn eigen lof en die van „De Sport" te rondbazninen; en waarom zou

T B L A D.

11

ik, journalistieke halfling, dit grandiose voorbeeld van mijn meester op taal-en-stijl gebied niet volgen? Doch ter zake! De afgeloopen Zondag was bezet do r een drama in twee bedrijven, n.1. den wedstrijd Velocitas—Ajax met zijne hoogstkomische intermezzo's en zijn melodramatisch preludium. Wat was n.1. bet geval?

De militaire usance wil, dat Jiet Velocitasbestuur minstens twee dagen vóór een wedstrijd op de Academie, hiertoe toestemming moet aanvragen bij den heer Gouverneur der K.M A. Door het Kerstverlof van de „jonkers" bleef voor den wedstrijd Velocitas—Aj^x deze aanvraag achterwege en meende Z H E i.Gestr. op grond hiervan, het spelen op 't Academieterrein op Zondag 3 Januari 1909 ni»t te moeten toestaan. Zoo geschiedde het, dat klokke halftwee de Velocitas- en Ajax-spelers, plus de noodige toeschouwers, zich vóór den hoofdingang der K.M.A. bevonden, zonder uitzicht, hunn' wedstrijd tt> spelen, respectievelijk te zien. De overredingskracht van Terkuhle en Akkersdijk blt)ek, na een kwartier, voldoende, om den heer Gouverneur op rijn besluit te doen terugkomen. Het Velocitas-bestuur heeft in'usschen gevoeld, dat voetbal en militair voor hen onafscheidelijke begrippen zijn en het, ook al is het vacantie, de militaire usances heeft te eerbiedigen. In oorsprong is het fiasco, dat Velocitas tegenover Aj»x sloeg, aan nalatigheid van 't Velocitasbestuur te wijten, wat niet wey cijfart, dat de heer Gouverneur gelijk met de gevoelige les, die Z.H.Ed.Gestr. hierom aan h.b. Cadetten toediende, tevens het geheele cadettenkorps blameerde tegenover de Ajax-spelers, die perplex-id stonden van dergelijke maatr. gelen.

Intusschen bl. ef Z H.Ei Gestr. niet doof voor dringende bede's en werd de zaak op dei zelfden voet als van ouds begonnen. Een kleedlokaal was gauw gevonden en nu was 't nog maar te doen om een Velocitas-elftal. Slechts zes spelers hadden gehoor gegeven aan den ielegrafi'cben oproep en het niet te veel geacht, enkele treinen vroeger dan noodzakelijk was, naar de K. M. A. terug te keeren. Vijf verzaakten hunne clubliefde, lieten hunne spelers in den steek en vonden het pleiziriger, hun verlof tot 't einde toe (Zondagsavonds 11 uur) uit te dienen, dan bun club te bewaren voor een schamel figuur tegenover het talrijke publiek en voor een te-grabbel-gooien van Velocitasnaam. Ik wil niet in de particuliere motieven der wegblijvers treden ; maar waar reeds langen tijd van te voren deze wedstrijd aan hen bekend was, mogen zij zich wel spiegelen aan het voorbeeld van hun zestal wapenbroeders, dat blijk gaf eene gezonde opvatting te bezitten omtrent de reputatie hunner vereeniging. Wien de schoen past, trekke hem aan ! Aan de wegblijvers alleen is het te wijten, dat de wedstrijd Velocitas—AjïX een parodie is geworden ; alles wat Cadettenuoiform aan had, werd tot spelen gerequireerd en na heel wat moeite en last, was ten 2 15 een Velocitas-elfi al gereed, waarin verscheidenheid van costuums met hoogstvermakelijke vo6tbal-krachttoeren van Cadetten-spelers, die ter nauwernood veischil kenden tusschen voorzetten en „out"-trappen, wedijverden in belachelijkheid. Ajax schikte zich goedmoedig in al deze wederwaardigheden