8

HET SPORTBLAD.

uur op je los geknuppeld was en ik mag zeggen, hulde aan onze verstandelijke vermogens.

Voor ik eindig wil ik hier éen gedeelte van het verslag vortalen van den wedstrijd Yale— Harvard. Je betaalt voor zoo'n match van 1 — 5 dollar. = ƒ 12.50 per plaats en ondanks dat, moesten den dag voor de match 75000 aanvragen voor plaatsen geweigerd worde. De gekken (éxcuse me ik bedoeld de Amerikaansche burgers) die naar de match toegingen zagen het volgende waarbij ik citeer wat een dagblad in extase schrijft.

Het was strijd tuaschen voetbalreuzen, als nooit te voren gezien was. Geen van beide teams passeerde de goallijn.

Da match was prachtig van een toeschouwers standpunt, ondanks de afwezigheid van zenuwschokkende rennen door een doorbroken veld, of prachtige tackles, of muraculeuze inference (inrammen op de tegenpartij) wat zoo dikwijls gezien wordt op het Yale veld. De rennen waren tekort om de menschen in emotie te brengen. Als leen geheel was het zuivere kracht van Yale's kant, tegen absoluut gelijke kracht van Harvards zijde. Harward maakte 41 rennen voor -,een totaal van 182 yards en Yale 19 vooreen totaal van 56 yards. Beide teams trapten den bal tweemaal. Man voor ma», het spel was schitterend. Kunnen de Hollandeche lezers zoo'n nonsens voorstellen. Al deze rushes hadden tot resultaat dat de bal in de geheele wedstrijd zich over een lengte van 182+56 = 238 yard's verplaatst, ongeveer tweemaal het voetbalveld op een neer. Smaken verschillen, maar het is naar mijn idee even intersant, doch zeker goedkooper om naar bed te gaan, tenzij je voor het wedden gaat. Ik wil besluiten met té vertellen, dat Yale slechts 31 spelers mee naar de match bracht om de 14 plaatsen te vervullen. Amerikaansch rugby is een spel voor gentlemen! Volgens de officieele statistiek werden in het vorige seizoen slechts 16 gedood en 56 voor hun leven verminkt. Genoeg voor ditmaal. Mijn beste wenschen aan het Sportblad, Macdonald College, Canada

J. Vandeeleck.

Wat is Amateurisme?

'Mede naar aanleiding van hetgeen in 't vorige nummer verteld werd over het uitgebroken geschil in de rugby-wereld, is het wel merkwaardig hier weer te geven wat de bekende Engelsche autoriteit W. Pickford onder dit opschrift in de Athletic News vertelt.

Na gememoreerd te hebben dat hij meer jaren zich met voetbal bemoeit, dan hem wel hef is zich te herinneren, deelt hij mede dat in al dien tijd heel wat pennen over amateurisme m beweging zijn geweest, doch dat men nooit tot een oplossing is geraakt, die iedereen, of laat ons zeggen, een groote meerderheid, bevredigde.

Hij verhaalt van den Oxford-of Cambridge student die voor het spelen voor zijn graafschap feitelijk een blanco cheque vroeg, terwijl in dat zelfde elftal een metselaar speelde, die zijne onkosten uit eigen zak betaalde.

De aanrüdng met de tallooze ideën omtrent amateurisme heeft zn'ne opvattingen en zinswnze

zoo breed gemaakt, dat hg* er wat voor zou voelen om geen onderscheiding meer te maken en slechts één ras te erkennen: de voetballer. Hij verwacht echter dat dit idee wil niet verwezenlijkt zal worden en geeft toe, dat het niet in belang van het spel zou zijn.

Er zijn zoovele graden van amateurisme en professionalisme, dat het evenwel een „puzzle" is om te vertellen waar de grens ligt tusschen de categoriën.

Tot zoover de schrijver.

Ook wij zouden wenschen, dat men in ons land liberaler over amateurisme en professionalisme ging deckeD, in zoover dat de beroepsspelers niet als een minderwaardige wezen, beschouwd werden.

Heeft men er zich wel eens relftnschap van gegeven, dat een goed geregeld professionalisme de beste veiligheidsklep voor een zuiver amateurisme ia; dat een eerlijk professionalime een beter toestand is dan een amateurisme, waar zich een bedekt professionalime achter verschuilt?

Samenstelling Vertegenwoordigende Elftallen.

Men heeft ons wel eens gevraagd hoe men in Duitschland en Engeland, waar de spelers over zoo'n groote oppervlakte verspreid zijn, handelt met de samenstelling van vertegenwoordigende elftallen.

In Duitschland heeft men hiervoor een zeer eigenaardig systeem. Zoo speelt Duitschland dit jaar uitmatches tegen Engeland en Zwitserland. Eenige maanden geleden nu verscheen in het officieel orgaan van den Duitschen Bond een oproeping aan de verschillende gewestelijke bonden, waarin verzocht werd om opgaaf van een of meer der beste spelers, onder opgaaf van de plaats welke zij gewoonlijk innemen.

Deze spelers moeten voor elk der wedstrijden een tiental dagen ter beschikking van den bond staan en zich bereid verklaren zich gedurende eenigen tijd aan zekere trainingsvoorschriften te onderwerpen.

Met behulp van deze opgaaf wordt nu later het elftal opgemaakt en men kan begrijpen, dat men hierbij niet altijd gelukkig is.

Merkwaardig is het daarom toch dat zoo 'n vertegenwoordigend team vaak nog zoo'n goed samenspel kan vertoonen. Wij zagen in Weenen een wedstrijd van Duitschland tegen Oostenrijk, waarbij het meerendeel der Duitsche spelers elkaar nooit had gezien en toch speelde dit team uitmuntend tegen de Oostenrijksche combinatie, die , bijna geheel uit Weensche spelers bestond.

In Engeland gaat men met heel wat meer nauwgezetheid te werk. De elf leden van het comité volgen van het begin van September af geregeld per week een of twee wedstrijden in de buurt van hun woonplaats. Daarna gaan ze de verrichtingen van enkele speciale spelers volgen, waarbij ze dan gewoonlijk met z'n tweeën of drieën zijn. Van hetgeen ze zien brengen ze geregeld rapport uit. Zoo is het mogelijk dat er slechts weinig spelers, uitkomende in clubs van eenige beteekenis, aan de oogen van het comité ontgaan. Met tulp van al die gegevens worden eerst proefelftaïlen samengesteld voor wedstrgden zooals Zuid-Noord etc.