3de Jaargang.

N» 137».

11 Augustus 1881

DE MAASGOUW

Weekblad voor Limjprgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde.

Prijs per jaargang:

Voor Nederland. . . 3 gulden

Kple-ië . . 6-ï franken

Brieven en mededeelingen te bestellen

bij den uitgever EEITER NYPEIVS, te Maastricht.

Abonnementen worden ontvangen bij den uitgever, alsmede bij alle postkantoren en boekhandelaren. Advertentien : 10 cents per regel.

De nadruk van artikels, buiten toestemming der selirljvers, Is verboden.

JAN van VENLO

de klokkengieter.

(Lezing gehouden in 't gezelschap Puteanus te Venlo).

Onder de Limburgsche klokkengieters bekleedt voorzeker Jan van Venlo de eerste plaats. Van hem zijn de meeste klokken in dit gewest gespaard gebleven en van zijne levensgeschiedenis zijn. daar waar van zijne gildebroeders haast niets is bekend, althans eenige bijzonderheden tot ons gekomen,die de drie hoedanigheden,waarop ik boven wees, bij hem doen uitblinken/ namelijk die van kundig klokkengieter, van kunstgieter en van vaderlandsch lievend Venlonaar.

Hoewel juiste gegevens ontbreken omtrent zijn geboortedag, meen ik dezen, zonder beducht te zijn voor tegenspraak, gerust te kunnen stellen omstreeks het jaar 1420, Want in 1442 vinden wij hem reeds werkzaam te Beesel op de klok van welk dorp hij, behalve 't jaartal en de namen Jhesds Maria, eenvoudig stelde iohan clockgeter (1), en in 1449 te Lottum toen hij aldaar de klok goot, Waarop hij dit opschrift aanbracht:

s. Gertrudis anno dni mccccxlix de mense Junii

completa est hec campana per magistrüm JOHANNEM DE

Venlo (2).

Zes jaren later vervaardigde hij voor zijne woonof geboortestad Venlo twee klokken ten behoeve van het ° uurwerk op het stadhuis, bij welke gelegenheid hem de magistraat, naar het gebruik van dien tijd, met eenige kwarten wijn vereerde.

Weldra had zich de naam van onzen Jan baan gebroken niet alleen door het gansche Overkwartier, maar ook in het land van Horn, het land van Kessel, het land van Valkenburg, het land van Gulik. Overal, waar men wijd en zijd in den omtrek klokken aanschafte, werd de Venlonaar gehaald. Hij had als het ware het monopolie van de klokken in dit gewest, zooals ten huidigen dage nog overtuigend blijkt uit de omstandigheid, dat ons uit den levenstijd van Jan de meeste oude klokken uit zijne gieterij afkomstig zijn bewaard gebleven.

In 1458 goot hij te Linne de Martinusklok, in 1459 werkte hij te Straelen, waar hij op de thans nog aanwezige klok het volgende zonderlinge opschrift aanbracht: Sanctus Anno heit ick, al onwer verdrief ick Jan van Venlo goet me.

Gerret te Bornbeek, Jacop Ubricht, Jan an ghin ind.

Ook de stad Duisburg had met hem over het gieten van

klokken betrekkingen aangeknoopt, wij vmueu iucn

de rekeningen dier stad van 't jaar 1487 (3) de volgende uitgaaf: Item den clockengieter van Verdoe hier baed gesandt ende vur eme gegulden 13 quarten (wijns).

In 1468, onder omstandigheden, waarop ik aanstonds gelegenheid heb terug te komen, vervaardigde hij de groote klok van Venlo.voorzien van de eenvoudige legende: Nomen meüm est Jhesus + Jan Got mi.

In zijn arbeid werd hij trouw ter zijde gestaan door Ant. den Wilde, ook een Venlonaar, wiens dochter hij had gehuwd.

In 1480 vinden wij hem te Elsloo, waar eene prachtige klok uit zijne loodsen kwam, waarvan de zuivere klank het oor van ieder toonkunstenaar treft en die blijkens haar opschrift de oude bankklok was; dat opschrift luidt:

+ Anno milleno quater G octogeno : iv mensis mat fuerat : fusaq : gampana : hoc gunctis grata : marie nomen michi data: de venlo fecit ioannes me: bene refecit. -f- dyt ys der gemeynde cloegk van Elslo (4).

Allengskens kregen de werkzaamheden van Jan zulken omvang en zijn arsenaal zoodanige uitgebreidheid, dat de last bij het klimmen zijner jaren te zwaar werd voor zijne schouders en hij in zijne taak zijn zoon Grades opnam, met wien hij de Sint-Servaasklok van Nunhem in 1492 goot, zooals het opschrift daarvan getuigt:

+ johes de venlo gradys de venlo me fecit anno dni mccccxci

+ sangte Servaes. Beiden vervaardigden ook de kleine klok van het dorp:

+ egowogor J. H. S. maria + johs de venlo gra de venlo me fecit anno mccccxcii (5).

Eenige jaren later treffen wij als deelgenoot in zijne fabriekaan Joannes van Straelen, door wiens medewerking hij zijne gieterij tot zulk een glanspunt opvoerde, dat zijn werk een wijdschen naam kreeg en in den vreemde werd gezocht en verlangd; hij was de eerste klokkengieter, die vreemde hulpkrachten aan zijne werkplaats verbond, zooals ons een Duitsch geleerde in deze bewoordingen getuigt: die erslen Glockengiesser, welchewie es heutiges Tages hau/ig vorhomt, ein Kompagnie-Geschaft hatten, waren iohan und Gerhard von Venlo und Johan van Straelen, welche in Holland, im sogenannten Limburqerlandè, eine Giesserei hatten. Eene vrucht van hun vereenigden arbeid uit 1493 is ons overgebleven m eene klok te Meerlo, waarop de namen harer makers Jan van Venlo en Jan van Straelen zijn samengekoppeld.

De laatste klok eindelijk, die als herkomstig van Jan bekend is, dagteekent uit een tijd, toen een zilveren krans

in

(1) Zie Habets. Middeleeuwsche klokken, in de Publieations, v. W. 526.

(2) Zie Maasgouw n. 36, bl. 140.

(3) Monatsschrift für die geschichte West-Deutschlands, von Rich. Piek, VI bl. 857.

%) Habets. Midd. klokken, Dl. ozt>. [5) Ib. bl. 332.