87

concurrentiepractijken en uitingen van zakenpolitiek waargenomen te hebben, die verdienen als mogelijke „unfair methodes of competition in commerce" aangemerkt te worden.

De F.T.C. ontving 27 klachten over unfaire practijken van chain stores bij den verkoop, waarvan 23 betrekking hadden op onjuiste kwaliteitsaanduiding (misbranding) van artikelen en onware en misleidende reclame. Drie klachten golden het verkoopen beneden kostprijs ten nadeele van concurrenten, één klacht betrof een samenspanning tot prijshandhaving, exploitatie van een loterij en prijsdiscriminatie. Dergelijke klachten werden door de Commissie onderzocht en behandeld op de bij haar gebruikelijke wijze om dergelijke practijken te voorkomen.

Naast dit slotrapport over de grootfiliaalbedrijven zal de F.T.C. binnenkort haar conclusies en aanbevelingen pübliceeren inzake wetgeving, vergezeld van een bespreking der wettelijke maatregelen, die op grond der bestaande federale statuten kunnen worden genomen. Deze publicatie zal ook voorstellen inzake nieuwe wetgeving bevatten, welke voorstellen wel door de Commissie zijn behandeld, doch niet definitief worden aanbevolen.

Bedrijfsorganisatie en -concentratie.

In Londen werd op 14 Januari een voorbereidende conferentie voor de internationale scheepvaartconiQTQnïiQ gehouden, waaraan een zeventiental landen deelnam. Het doel der conferentie was het ontwerpen van een schema tot rationalisatie, dat de meeste kans zou hebben op algemeene instemming. Door de vertegenwoordigers van Nederland en de Scadinavische landen was een verklaring afgelegd met betrekking tot „oneconomische" subsidies; dit punt werd wegens verschil van meening niet op de agenda geplaatst. Het schema is aan de scheepvaartorganisatie der verschillende landen ter bestudeering toegezonden.

Het internationaal zinkkartel is officieel ontbonden. Door de lage productiekosten konden verschillende producenten ondanks het boete-stelsel meer dan hun quotum verkoopen; ook werd als bezwaar gevoeld, dat het kartel wel productieregelende, maar geen prijsregelende bevoegdheid bezat. Als bijkomende reden wordt genoemd de afzonderingspolitiek van Duitschland door de opening van een groote fabriek in Maagdenburg. Sinds de oprichting van het kartel in 1931 zijn de voorraden van 202.000 tot 109.000 ton gedaald terwijl de wereldconsumptie steeg van 700.000 tot 1 millioen ton. Uitgezonderd de Vereenigde Staten, Japan en Rusland waren verder de belangrijkste productielanden in het kartel vertegenwoordigd.

Over een aantal andere internationale kartels mogen hier enkele mededeelingen volgen. Het tazkartel werd verlengd, waarbij de productie op 40 pCt. gehandhaafd bleef. Bij de verlenging van het staalkartel werd voor profielijzer en plaatijzer een geringe productieverlaging ingevoerd. Het walsdraadkartel verhoogde de productie met 30.000 ton tot 350.000 ton met handhaving van de prijzen. Het internationaal wagonkartel werd onveranderd verlengd. Op de internationale ftoH/conferentie is tot een beperking der Europeesche productie met 10 pCt. besloten. Het internationaal ^fteerestrictiecomité heeft met ingang van 1 April de beperking van den uitvoer met 5 pCt. verhoogd. Tot het internationaal Wz'&kartel zijn thans ook Italië en Noorwegen toegetreden. Aan de Goudkust is een contröleraad voor de cacaopvoductie ingesteld met het doel de productie geleidelijk volgens een afzetschema op de markt te brengen.

Blijkens een verordening van 27 November, voortvloeiende uit de wet van 27 Februari 1934 tot voor¬

bereiding van den organisatorischen opbouw van het bedrijfsleven, is in Duitschland wederom een stap verder gezet op dezen weg. Naast de Rijksgroep voor de industrie, onderverdeeld in hoofdgroepen, worden vijf Rijksgroepen gevormd voor handwerk, handel, bankwezen, verzekeringswezen en energiebedrijven. Regionaal zijn deze groepen verdeeld in dertien districten. Aan het hoofd staat de „Reichswirtschaftskammer", welke de gemeenschappelijke vertegenwoordiging vormt. De bestaande centrale organisaties der industrie- en handelskamers worden in de nieuwgevormde organisaties opgelost.

Op 28 November is in Duitschland een verordening afgekondigd tot aaneensluiting der suikerindustrie, op grond waarvan de productie en afzet geheel opnieuw geregeld zullen worden. Niet slechts de fabrikanten, maar de bietenverbouwers, industrie en handel zijn in een organisatie, bestaande uit negen bedrijfsbonden, aaneengesloten. Deze organisatie krijgt vérstrekkende bevoegdheden. Door invoering van een teeltvergunning wordt de hoeveelheid te verbouwen bieten geregeld; voorschriften regelen de verwerking en afzet der suiker; prijzen en winstmarges zijn vastgesteld voor de bieten, de suiker en andere uit de bieten gefabriceerde producten. Deze verordening is 1 December in werking getreden.

In Engeland zijn twee voorstellen tot reorganisatie van de katoenindustrie aan de beslissing der spinnerijen onderworpen. Het eerste plan omvat het aankoopen van een spoelenoverschot van 10 millioen, dat buiten werking gesteld zal worden, voor welk doel een heffing zal ingesteld worden evenredig aan het in het bedrijf werkzaam blijvend aantal spoelen. Voor dit plan stemde ruim 66 pCt. der spinners. Het tweede plan voorziet in het vormen van een vrijwillige organisatie van spinners om met wettelijke sanctie productie en prijzen te regelen. Een „pool" zou gevormd worden, waarin bedrijven, welke boven hun quota produceerden, een bijdrage moesten storten, terwijl zij, die beneden hun quota bleven, een uitkeering zouden genieten. Voor dit plan moesten 90 pCt. der spinners zich uitspreken, alvorens dit in werking zou kunnen treden. Slechts 50 pCt. werd echter voor dit plan gewonnen.

Bij het Engelsche Parlement is voorts in December j.1. door Lord Melchett een wetsontwerp ingediend, strekkende om de door een meerderheid van producenten in een bedrijfstak vastgesteld reorganisatieschema's, welke in het algemeen ten doel hebben oneconomische concurrentie te voorkomen en de voortbrenging van en voorziening met industrieele producten te bevorderen algemeend bindend te verklaren. Als voorwaarden voor een dergelijke nmaatregel stelt het ontwerp een gunstig advies aan het Ministerie van Handel uitgebracht door een in te stellen Nationalen Industrieelen Raad, en verder een uitspraak vóór de- bindendverklaring van minstens 3U der producenten in den bedrijfstak. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan wordt bij Regeeringsbesluit de regeling voor het bedrijf bindend verklaard. Een commissie, ingesteld door het Ministerie van Handel, zal volgens het ontwerp te waken hebben over de naleving der regeling.

In Frankrijk heeft de Regeering op 10 Januari een wetsontwerp ingediend eveneens tot verbindendverklaring van ondernemersovereenkomsten. Geregeld kunnen worden de productie, o.a. door inkrimping van den arbeidsduur, alsook de voorraden. Zeer nadrukkelijk wordt de maatregel als crisismaatregel aangekondidg. In België is reeds een wettelijke maatregel van dezelfde strekking tot stand gekomen, volgens welke de productie, de distributie, de verkoop benevens in- en uitvoer geregeld kunnen worden. Verder is in laatstgenoemd