982

UJT DE PERS.

De „Admiraal van Wassenaer" werd te Amsterdam in dienst gesteld, waarop alle jongens, zoowel die van de werving als die van de Kweekschool voor de zeevaart te Leiden opgeleid zouden worden. Later nam deze kweekschool — tegen eene bepaalde subsidie — allen op.

Bestond in dien tijd, en uit den aard der zaak nog geruimen tijd daarna, het grootste deel der bemanning van de oorlogsvloot uit de, met zooveel moeite en dikwijls met allerlei misbruiken, verkregen vrijwilligers, langzamerhand verbeterde het gehalte.

Het volk, jong in dienst gekomen, gedeeltelijk door den Staat onderwezen en opgevoed, was heel wat meer ontwikkeld dan de matroos van den ouden stempel, aan wiens eerste opleiding meestal zoo bitter weinig ten koste was gelegd. En reeds vóór het jaar 1890 was de vloot bemand met een geheel ander soort menschen, met een nieuwe generatie.

De organisatie van de zeemacht, de inwendige voorschriften, de veranderingen in het reglement op de krijgstucht hadden echter met deze verandering van het personeel geen gelijken tred gehouden, al waren in 1879 de lijfstraffen afgeschaft.

Dit lag eenigszins voor de hand, want de officieren, die vóór het jaar '70 in dienst waren getreden, en die, van hun eersten stap op de vloot af, gewend waren aan een zeer strenge discipline, aan een ijzeren tucht, gehandhaafd dikwijls door slagen met of zonder „laarzen" of „handdagen", waren thans in de hoogere rangen opgeklommen. Het waren de Ministers, de vlagofficieren en commandanten in de negentiger jaren en later. En hunne meeningen en opvattingen hadden niet nagelaten ook grooten invloed op de jongere officieren uit te oefenen.

Voeg daarbij de omstandigheid, dat het meerendeel deizeeofficieren door de Atjeh-blokkade gedurende hun Indischen tijd vrijwel afgezonderd leefde, en ook door het verblijf in Holland in afgelegen Marine-directies weinig aanraking met de burgermaatschappij had, dan zal het duidelijk zijn, dat de meesten van hen het zich ontwikkelende sociale leven slechts zeer uit de verte leerden kennen.

Dat er destijds billijke grieven bestonden - trouwens niet alleen van het mindere personeel — wie zal dit kunnen tegenspreken ?

Wanneer men nagaat, welke de toenmalig vigeerende bepalingen waren, hoe destijds de voeding en de salarieering waren, dan vraagt men zich met verwondering af, of dit nog slechts zulk een korte spanne tijds geleden is.

Er kwam nog een ernstige zaak bij, ook een gevolg van bovengenoemde oorzaken.

n Deze Kweekschool was in 1856 door particulieren in het leven geroepen met het philantropisch doel om verwaarloosde knapen voor 's Lands Zeedienst op te leiden.