uit de pees.

1005

Daardoor kwam tevens elke aanleiding te vervallen om de uitgaven noodig voor de aanvulling en verbetering der kustversterkingen en voor de aanvulling van het materieel deizeemacht m één zelfde wetsontwerp op te nemen.

Mitsdien verdwenen is uit het wetsontwerp alles wat

betrekking heeft op aanvulling van het materieel der zeemacht; welke aanvulling was geraamd op f 13,290,000.

Van verderen aanbouw van pantserbooten wordt ook voorshands afgezien. Dit is toe te juichen; hoe zeer is tegen deze schepping des heeren Wentholt allerwege — ook in dit blad — tijdig gewaarschuwd! Wat voorts noodig is, zal te zijner tijd ten laste van de gewone Marinebegrooting worden aangevraagd.

De Marine is dus geheel uit het wetsontwerp gelicht.

Maar de besnoeiing is nog verder voortgezet. In het oorspronkelijk wetsontwerp was voor de aanvulling en verbetering der kustversterkingen uitgetrokken f 25,080,000. De Regeering blijft van meening dat al de daarmede beoogde voorzieningen voor ons defensiewezen van beteekenis zijn en op den duur tot uitvoering zullen moeten komen. Maar daarnevens is zij van oordeel, dat niet alle hebben dezelfde mate van urgentie. Bij Minister Colun heeft zich voorts sedert zijn optreden meer en meer de overtuiging gevestigd, dat, gelet op de behoeften der levende strijdkrachten, vooral.aan meer artillerie en aan behoorlijke organisatie van het verplegingswezen, op de kustverdediging bezuinigd moet worden.

Waar wij in September 1910 reeds op hetzelfde wezen, kan het niet anders of wij vinden in het laatstvermelde een heugelijk verschijnsel.

De Minister Colun wil daarom tot een in financieel opzicht gunstiger tijdstip uitstellen die verbeteringen in de kustverdediging welke geacht moeten worden in belangrijkheid bij die dringende behoeften der levende strijdkrachten achter te staan.

Een en ander heeft er toe geleid, dat.... verdwenen is uit het wetsontwerp het meerendeel der oorspronkelijk beoogde voorzieningen in zake de kustverdediging.

Had men de besnoeiing nog een ietsje verder voortgezet, dan was er van het geheele wetsontwerp niets meer overgebleven dan .... eenige vellen papier. Hetgeen wij niet betreurd zouden hebben.

Maar nu handhaaft de Regeering nog iets: de voorzieningen, welke in de eerste plaats worden noodig geacht om in den onvoldoenden toestand onzer kustverdediging te voorzien.

Mitsdien wenscht de Regeering de aanvulling en verbetering der kustversterkingen thans te beperken tot: lo. het maken van een fort bij Vlissingen; 2o. het verbeteren van het fort Kijkduin; 3o. het vermeerderen van de vuuruitwerking van de

bestaande pantserforten aan den Hoek-van-Holland, bij IJ-

muiden en op de Harssens.

1912-1913. 65