1276

korte mededeelingen.

havens in het buitenland met succes zal kunnen blijven volhouden.

Ten slotte zegt de directie in haar verslag: „Wanneer wij den toestand der vrachtenmarkt en de vooruitzichten op zichzelf beschouwen, valt daarvan weinig anders te zeggen, dan dat beide bevredigend zijn te noemen. Toch zijn reeds voorteekenen van teruggang der vrachten merkbaar en laten de verhoudingen op passagegebied op dit oogenblik iets te wenschen over. Dat daarin voor ons een vingerwijziging ligt tot een bedachtzaam voortgaan op onzen weg, zal naar wij vertrouwen, ook bij uw college instemming vinden".

Scheepsbouw. 4 Januari had een in alle opzichten geslaagde proeftocht plaats met het stoomschip „Westerdijk", door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij gebouwd voor de firma Solleveld, v. d. Meer & T. H. van Hattüm's Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam, waarna het naar Newport vertrok. Het schip heeft een laadvermogen van 5500 ton.

Van de N. V. Werf voorheen Rijkee & Co. te Rotterdam werd met goed gevolg te water gelaten het tankstoomschip „Tarakan" in aanbouw voor de K. P. M.

Dit schip heeft een laadvermogen van 1900 ton.

Naar men verneemt heeft de Rott. Lloyd een vrachtboot van ongeveer 12000 ton besteld bij de firma Borrn & Mees te Rotterdam. Het stoomschip zal door de Kon. Mij. „de Schelde" voorzien worden van machines en ketels die het eene snelheid van 14 mijl kunnen geven. Het wordt „Djember" genaamd, en zal in Juli 1914 in de vaart worden gebracht.

Het s.s. „Soerakarta", gebouwd op de werf der Kon. Mij. „de Schelde" te Vlissingen voor rekening van den Rotterdamschen Lloyd is 23 Januari te ongeveer 8 uur 's namiddags na welgeslaagden proeftocht in den Rotterdamschen Waterweg binnengeloopen en heeft de eerste reis naar Indië bereids aanvaard.

Het s.s. „Gelderland" dat aan de werf der Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingen van machines en ketels is voorzien, heeft Zaterdag ter reede van Vlissingen geproefstoomd, waarbij aan de gestelde eischen ruimschoots werd voldaan.

In „Schiffbau" van 25 Februari staat een artikel over de Rijnscheepvaart; een groote klacht, dat, niettegenstaand */s van den Rijn door Duitschland loopt en niettegenstaande alle Duitsche oeverstaten steeds hun best hebben gedaan en no°doen om van den Rijn den besten waterweg van het Europeesche vasteland te maken, de vaart steeds meer in handen van vreemdelingen en voornamelijk Hollanders komt.

Nederland wordt in dat artikel beschuldigd niets te doen en de diepte niet eens op 2.7 M. te houden.