162

verhooging v. h. vide hoofdstuk der staatsbegrooting

een der „Koningin Regentessen" een „Kortenaer" zal kunnen vervangen.

Nu gaan er stemmen op met den bouw van het pantserschip te wachten totdat het toegezegde onderzoek is afgeloopen.

Mijnheer de Voorzitter, verdient het opvolgen van dit advies aanbeveling? is het raadzaam om voorloopig geen schip te bouwen? Ik zou tegen het opvolgen van zulk een advies een tweetal bezwaren willen aanvoeren:

1°. dat dan van het bouwen van een pantserschip, zooals ik daareven reeds aantoonde, voorloopig niets komen kan;

2°. wanneer men in de naaste toekomst besluiten zal om voor Indische rekening pantserschepen van groot charter te bouwen, men ter bereiking van dit doel een leening zal moeten sluiten, om Indië in een korten tijd van een behoorlijke vloot te voorzien.

Immers in dat geval kan het niet wenschelijk worden geacht om schip na schip te bouwen, reeds om die reden niet, dat een groot pantserschip niet in een eskader van kleine pantserschepen kan worden opgenomen.

Ik zal dit niet nader behoeven te betoogen. Daarom acht ik het thans niet onraadzaam om over te gaan tot den bouw van een pantserschip als door den Minister wordt voorgesteld. Dat pantserschip zal met de aanwezige pantserschepen een eskader kunnen vormen. Mijnheer de Voorzitter! Tegen den aanbouw van dit pantserschip zijn heel wat bezwaren vernomen Schier alle zeeofficieren 'die zich op dit punt hebben laten hooren, komen waarschuwen tegen de aanneming van het Regeeringsvoorstel. Ik mocht reeds de beweegredenen aangeven die naar mijn meening tot die oppositie hebben geleid Toch bevreemdt het mij, dat wij eerst in den laatsten tijd van die bezwaren hebben kennis gekregen.

Mijnheer de Voorzitter! Ik behoor tot die leden die de discussie hebben medegemaakt toen hier het voorstel behandeld werd tot het bouwen van „De Zeven Provinciën." Verschillende zeeofficieren spraken zich in die dagen uit niet voor den aanbouw van groote pantserschepen, maar voor het bouwen uitsluitend van torpedomaterieel. Die stemmen zijn - zoo ik het wel heb - thans vrijwel verstomd. Echter waren er te dier tijde ook warme voorstanders van het Regeeringsvoorstel. Laat ik slechts een van die warme voorstanders noemen, n 1 de kapitein-luitenant ter zee De Haan. Deze schreef destijds', Januari 1907, naar aanleiding van een serie artikelen van den' luitenant ter zee 1ste klasse F. L. Rambonnet over de groote voordeelen van een torpedovloot in tegenstelling van een artillerievloot:

De heer Rambonnet begint zijn verhandeling met de woorden :_,,Wij hadden gehoopt en verwacht, dat het nieuwe pantseischip zou worden verworpen." Ik voor mij hoop en verwacht dat na het schip, dat nu zal worden gebouwd nog