226

VERHOOGING V. H. VIDE HOOFDSTUK DER STAATSBEGROOTING

als 'wij pantserschepen hebben, meer zorg en sterker materieel vereischen dan anders het geval zou zijn. Stel, dat wij alleen torpedobooten hadden, dan zullen -die booten buitengaats moeten ageeren en dan zal dat zeer moeilijk kunnen zijn. In dat geval zal de vijand geen groot materieel naar ons toesturen en zijn groot materieel naar een machtiger vijand zenden.

„Wanneer de vijand, als wij geen pantserschepen hebben, met klein materieel voor onze kust gaat liggen, dan zal het moeilijk zijn voor onze torpedobooten om uit te loopen, hoewel daartoe anders bij ons nog al gelegenheid bestaat, en slagen zij om uit te komen, dan zal de groote quaestie zijn of zij ooit weder zullen kunnen binnenkomen. De vijand heeft toch torpedojagers, die ons vervolgen kunnen; als wij geen gepantserd materieel hebben, waarop zij kunnen retireeren, geloof ik niet, dat veel die uit zijn gekomen er in slagen zullen terug te komen.

„En vóór dat een oorlog uitbreekt moeten wij verder de betonning op de drempels van onze zeegaten opnemen en de oorlogsbetonning instellen. Doch nu zal het eerste wat een vijand doet, wel zijn om licht materieel te zenden, ten einde te beproeven het wegnemen en instellen van de betonningen te beletten, wat hem met licht materieel niet gelukken zal, wanneer wij pantserschepen daar tegenover kunnen stellen, want daartegen is hij niet opgewassen. Het gevolg is, dat een vijand die dit beletten wil, met zijn pantservloot moet komen, die hij misschien elders noodig heeft. Dat is een zeer sterk argument voor het bezit van gepantserd materieel. In het algemeen is de conclusie deze, dat hoe sterker men is, hoe meer kans men heeft, dat men met rust zal worden gelaten.

„Verder heeft de geachte afgevaardigde gezegd, dat, toen het rapport van de commissie werd opgemaakt, men nog geen rekening kon houden met de ervaring in den Russisch Japanschen oorlog opgedaan. Al moge dit nu waar zijn, de ervaring in dien oorlog opgedaan heeft toch ook geleerd, dat de artillerie nog altijd het hoofdwapen is en dat het gebruik van torpedobooten eerst dan goed tot zijn recht komt, wanneer de pantserschepen door de artillerie reeds zwaar beschadigd zijn.

„Nog wensch ik er op te wijzen, dat zoodra er ijsgang komt, het hoogst bezwaarlijk kan worden voor het licht gebouwde torpedo materieel om naar buiten te gaan of van daar terug te keeren. Die vaartuigen zijn, om snel te kunnen loopen, zóó licht gebouwd, dat zij zonder zware schade te beloopen zelfs niet door dunne ijsschotsen heen kunnen, zoodat het zou kunnen voorkomen, dat wij, geen ander materieel bezittende, in den winter machteloos zouden zijn."

Verder heb ik gezegd:

„Een vloot uitsluitend bestaande uit torpedobooten, zou men eindelijk het best kunnen vergelijken met een leger dat uitsluitend uit cavalerie is samengesteld."

En ten slotte dit: