CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

77

eindigend met een virtuositeithuldigend bondig coda. — Verschenen is ook het eerste paar muziekuitgaven der Mechelsche Beiaardschool, Jef Denijn, Andante cantabile met variaties, geschreven voor een wedstrijd in 1910, en Jef van Hoof, Sonata. Denijn's bijdrage heugt wellicht sommigen van ons gedeeltelijk: fragmenten hebben hier gediend als voorbeelden in een technisch artikel; even goed zou het geheel kunnen getuigen als er van zijn smaak en zin voor de klassieken nog bewijs noodig was. Verder constateert men bij 't lezen der laatste variatie met verheuging den vooruitgang der beiaardiersvaardigheid. De meedingers in den wedstrijd moesten een keus doen uit drie pedaalbassen; haast allen namen 't moeilijkste, maar lieten volgens het bij Gorham Rice te vinden juryverslag terdege belemmering merken; men mag verzekeren dat nu geen klokkenist van eenige bekwaamheid daar nog last mee zou hebben. De „Sonata" van den gevierden Van Hoof is geen cyclus naar overgeleverde bouworde maar een doorloopende fantasie, waarin een soort ostinato, met rhythmusverschil hervat, een accoordenreciet en een melodiemotto kernen van een impressionistisch maar stevig organisme zijn, een weidsche, schitterende compositie, bezield door kunstenaarsenthousiasme voor den klokkenklank. Blijkens omvangeischen bestemd voor den Mechelschen beiaard zal ze ten onzent zonder veranderingen van belang alleen te Rotterdam, Arnhem en Den Bosch uitvoerbaar zijn; het best komt ze hier zeker tot haar recht op den Arnhemschen beiaard, wegens het bedoelde loonpeil, een groote terts beneden normaal, gelijk te Mechelen, waar niet, zooals ik vroeger dacht, een in de laagte bijgevoegde GES van de zwaarste luidklok maar AS (op het klavier c) voor de basis moet worden gehouden. Ongetwijfeld zullen bevoegden het merkwaardige stuk spelen en een buitengewonen indruk geven.

Belangrijke Data.

1 Jan. f Johan Christian Bach 1735—1782.

* Anton van Rooy 1870.

2 „ * Mily Alexwitsj Balakiref 1837—1910.

3 ,, * Thomas Johannes Denijs 1877.

fMoritz Hauptmann 1792—1868.

* Nicolas Jacques Lemmens 1823—1881.

•]• Giovanni Battista Pergolesi 1710—1736. f Stephan Raoul Pugno 1852—1914.

4 „ fKarl Goldmark 1830—1915.

5 „ * Johannes Hendrikus Bekker 1826—1907.

-j-Johannes Hendrikus Bekker 1826—1907. fAntonio Lotti 1667—1740.

* Johan Schmier 1852—1916.

6 „ fRudolphe Kreutzer 1766—1831.

7 „ * Willem Petri 1865.

* Sigismund Thalberg 1812—1871. *Max Bruch 1838—1920.

*Hans Guido von Bülow 1830—1894.

* Franz Xaver Scharwenka 1850—1924.

8 „ *Jos. de Klerk 1885.

9 „ * Jacobus Urlus 1867.

10 ,, j-Albert Ernst Anton Becker 1834—1899.

'Arcangelo Corelli 1653—1713.

* Alexander Nicolajewitsch Skrjabin 1872— 1915.

11 ,, * Domenico Cimarosa 1769—1801.

* Christian Sinding 1856.

12 ,, * Nelly v. d. Linden van Snelrewaard—

Boudewijns 1869.

Adolf Jensen 1827—1879.

* Ermanno Wolf—Ferrari 1876.

13 ,, ■]• Marinus Adrianus Brandts Buys 1840—

1911.

*Elisabeth Caland 1862.

* Heinrich Hofmann 1842—1902.

14 „ -[-Stephan Heller 1814—1888.

j-Casparo Spontini 1776—1851.

* J. J. Viotta 1814—1859. *Albert Schweitzer 1875.

15 „ * S. Bottenheim 1880.

Evenals Hol worde Bekker een eeuw na zijn geboorte herdacht. Wel had hij geen invloed door zijn naast veel transcripties weinige composities, kleine cantates, een mis, een suite voor orkest, een paar ouvertures en een bij zijn levensbeschrijving in Viotta's Onze hedendaagsche toonkunstenaars gevoegde vioolromance, louter een modeplaatje; wel nam hij geen deel aan de leiding der muziekbeoefening in Amsterdam en Den Haag; wel speelde hij niet dan korten tijd en in geen groote