CAECILIA EN HET MUZIEKCOLLEGE

85

Haagsche Toonkunst-kwartet is zijn stichting. Met een vroeg en uitmuntend Tijdspiegel-artikel stelde hij Grieg hier het eerst voor. Duitschers hadden zijne liefde gelijk Franschen en Italianen. Vereering voor de klassieken, Mozart inzonderheid, belette hem niet de toenmalige modernen te propageeren, al moest hij daarmee Verhulst afvallen. Vrij van partijgangerschap was hij geen Wagneriaan en geen anti, geen bemiddelaar ook, maar een die moedig zeide waar hij bewondering en waar hij gemis van affiniteit voelde. Voor landgenooten deed hij 't zonder chauvinisme mogelijke.

Zijn oordeel, streng gescheiden van inlichtingen vooraf, die strikt zakelijk waren, nooit een meening opdrongen, uitte hij, bondig en helder, zeer gedetailleerd soms, maar met duidelijk verschil van hoofd- en bijzaken, stevig maar bereidvaardig om een bekeering te belijden, onzwaarwichtig, elegant, geestig, maar met sterk verantwoordelijkheidsbesef.

Hij vond aandacht en erkenning, ook officieele, was ridder van Oranje-Nassau, ridder in de Belgische Kroonorde, officier de 1'Academie, lid van de Maatschappij van Letterkunde en van het Utrechtsch Genootschap.

Na vijfendertig jaren dagbladkritiek noopten gezondheidsredenen hem tot rustnemen, maar hij bleef werkzaam; graag las men zijn historische bijdragen en muzikale pleidooien in tijdschriften, en zeker menig vakgenoot had hem te danken voor opmerkingen, verbeteringen of woorden van instemming.

Wie hem gekend heeft, zal hem in eere houden.

* * *

Heinrich Rietsch. f Te Praag is op 68-jarigen leeftijd de zeer opmerkelijke musicoloog Heinrich Rietsch gestorven.Hij werd in 18 60 te Falkenau a.d. Eger geboren, studeerde in Weenen in de rechten, maar was ondertusschen ook leer¬

ling van Hanslick en Guido Adler en voor compositie o.a. van Robert Fuchs. In 1900 werd hij Adler's opvolger als professor aan de Praagsche universiteit en in 1909 tevens directeur van een muziekwetenschappelijk instituut aldaar. Zijn naam vestigde hij door Die Tonkunst in der 2ten Half te des 19ten Jahrhunderts, dat een tweeden druk beleefde, Die Deutsche Liedweise en Die Grundlagen der Tonkunst. In de voornaamste muziektijdschriften verschenen tal van artikelen van zijn hand, o.a. studiën over de aesthetica der toonkunst en over Bruckner. Verder bezorgde hij uitgaven van Georg Muffat's Florilegium en van J. J. Fux's Concentus instrumentalis.

Hij was ook een in zijn omgeving geacht componist en schreef drie strijkkwartetten en een pianokwintet, twee serenades voor orkest, een fantasie voor twee piano's, liederen, eenige koorwerken en een opera Walther von der Vogelweide, waarvan deelen te Praag in de concertzaal zijn uitgevoerd.

* * *

Dr. Willem Mengelberg. Mengelberg heeft den doctorstitel ontvangen, niet hier zooals Peter van Anrooy en Joh. Wagenaar, maar te NewYork waar hij weer een over de voorhelft van het volgende seizoen loopend contract sloot tot leiding van de concerten der Philharmonic Society, mm mimiiiiiiiiiiiiiHiii! i iiiiiiiiriifMiifiimiiiriiHiriiHimmmiHiiHii«iH""iiMiiii»mmiiif n

Boekbespreking.

door

WOUTER HUTSCHENRUYTER.

Deutsche Musikbücherei, Regensburg: Gustav Bosse. Werken van Prof. Dr. Arthur Seidl.

Band 2, Hellerauer Schutfeste, Pr. geb.

Mk. 1.50.

Band 5, Moderner Geist in der deutschen Tonkunst, Pr. geb. Mk. 2.-—.