176 bescheiden uit de archieven der marine,

Luit. Haringman en Baggelaar. Bij de werving, hun Phisicq gestel permitteerde hun toen niet om aan boord te dienen.

Luit. Collonels Wardenburg, Nooy, Drieman en Grim. Commandanten van divisiën, omdat dit een post was aan den rang verknogt, dat er bij iedere divisie een commt. nodig was, en zij er de geschiktheid toe hadden.

Luit. heyl en van de Graaf. Bij het depot op de Comp\ Werf, omdat er op dat ogenblik geen andere officieren daartoe voorhanden waren.

Luitenants Verveer, Hemmes, Musquetier, Schneider, Tichler, van Göthen, Hacket, van Guericke, Olyve, van den Bosch en Tuningii — zijn meest tot commandanten van vaartuigen benoemd, welke zij te voren bij de Flottille op de Vliestroomen hadden gecommandeerd.

Luitenant mocké. Om bovengemelde reden tot commandant van een vaartuig, doch daar weder van ontslagen, om reden van onbehoorlijk gedrag.

Luitenants P. Mulder, Weichel, Veldman, Geldrop, van der Velde, Mulder, Coopman, Dekker, Hofman, BEYERINCK, SCHREUDER en BERGHUIS, alle geplaatst, omdat zij successievelijk hier aankwamen, en geschikt tot dien post waren.

De cadets Groen, Heuts, Tadsen, Hooft, Ferguson, Huis, Sciieidius, Jacob, Koolstra, Veldman, deBellefroid, geplaatst omdat zij successievelijk hier aankwamen, en van hun met vrugt kon worden gebruik gemaakt.

Brigadier WoLTERBEEK, Collonels HOFMEYER, van Nes, Twent, Luit. EEG. Benoemd tot het doen van commissiën, waar zij zeer toe geschikt waren, en ook waren zij de eenige officieren van dien rang, welke hier voorhanden waren.

Luit. Collonels HEEMSKERCK en PFEIL, Luitenants van SON en 't Hooft. Toen deze met de commissie wierden gechargeerd, waren zij de eenige officieren op dat oogenblik daartoe voorhanden.

Luitenants Frederiks, Steenboom, Lutkens, Zwarthoff en A. I. meyer, welker commissie nog niet begonnen is, zijn geplaatst, omdat zij daartoe geschikt en nodig waren.

Luitenant DlNGEMANS heeft order om de brik „the Ferretter" van Medemblik te halen, omdat hij die te voren gecommandeerd hebbende, met het vaartuig bekend was.

Luitenants Bezemer en Steeling hebben de toezegging tot voordragt voor 't commandement van een schoener tot belooning voor hunne gedane commissiën aan het Zand en te Medemblik.