KORTE MEDEDEELINGEN.
455
ringd door de torpedobooten van B. De kruisers van B volgen en vormen de verbinding tusschen de torpedobooten en de pantserschepen van B, welke onder cle kim zijn. Tegen den nacht wordt het contact op kleiner afstand gehouden. A tracht met een kruiser de torpedobooten te verjagen ; deze trekken zich op hun eigen kruisers terug om daarna onmiddellijk weder A te naderen. Er is geen maan, het weer is kalm en helder met een sterrenlucht, zoodat cle scheepsrompen en cle rook verscheidene mijlen ver te zien zijn. A verandert telkens van koers en snelheid maar raakt de vervolgers niet kwijt. Met meer zee was het A door vaart te vermeerderen wel gelukt om los te komen van de torpedobooten. Des nachts worden torpedobootaanvallen gedaan.
De order bestond, dat, indien des morgens het contact was behouden gebleven, er slag geleverd moest worden. Dit geschiedde.
Den 28en Mei 4 uur 's morgens keerde A in haar kielwater terug en zag weldra op 12000 M. in het Z.O. het B-eskader bezig in formatie te komen. De kans was prachtig, het vuur werd weldra geopend en met 12 mijl koersende om de Z.O. vuurt A om zoo te zeggen op de menigte.
B stelt zich te 4.20 uur op in kiellinie in tegenliggende koers, terwijl de achterblijvende pantserschepen volle kracht naar hun post stoomen. Er mankeert er één, de „Sufifren", die in aanvaring geweest is met cle „Democratie" en welke langzaam naar Ajaccio stoomt.
Te 4 uur 25 minuten is de afstand + 9000 M. A stoomt met haar kruisers en torpedobooten op 12.400 M. bewesten haar pantserschepen. A, die van den beginne af aan goed in formatie stoomde, heeft reeds dadelijk het overwicht over B; te 4 uur 30 minuten vernietigt A met haar vuur de schepen aan den staart van B. Het gevecht wordt rondloopend gevoerd. Het einde dezer oefening werd nu geseind en de geheele vloot stelt zich thans op in kiellinie met de kruisers aan het hoofd en de torpedobooten als dekking tegen de aanvallen der onderzeebooten, die in den morgen verwacht worden.
3C Oefening. Een vloot is varende in een gebied waar de vijandelijke onderzeebooten kunnen verwacht worden. De vloot dekt zich op haar marsch door torpedobooten. De vijand beschikt over het 2e kruisereskader als verkenners die 2 flottiljes onderzeebooten begeleiden bij hun aanval op de pantserschepen. Zij hebben 2 dagen te voren Ajaccio verlaten.
29 *