BETREKKING HEBBENDE OP DE OMWENTELING IN 1813/14. 78 I

de brikken „Irene" en de „Ferreter" 16, Engelsche constructie, in goeden staat zijn.

3. Bevinden zich in Antwerpen:

de schepen van linie: „Chattam" 90, „Hollander" 90, „Tromp" 68;

de fregatten: „van der Werff" 44, „La Jahde" 44, ,,1'Ems" 44, „Euridice" 32, „Minerva" 32, „Kenau Hasselaar" 32 — in goeden staat.

4. Te Hellevoetsluis het schip „Utrecht" 68, doch geheel onherstelbaar, de corvetten „Ajax" 18 (kleine reparatie), „Iris" 20 (eenige reparatie) en „Lynx" 20 (gezonken liggende, komt niet in aanmerking).

Schoeners en kanonneerbooten op de lijst door mij 1 December overgelegd.

128. Besluit van den Souvereinen Vorst.

24 Dec. 1813 l).

.... dat de Schout bij Nacht VERDOOREN 3) eenvoudiglijk belast is met de directie van maritieme zaken te Amsterdam en in het Noorderkwartier, gelijk dezelve te Rotterdam en op de Maze zijn toebetrouwd aan den Vice-Admiraal KIKKERT.

129. Van Zuylen van Nijevelt aan van der Hoop.

24 Dec. 1813 8).

Hebbende de eer U H.E.G. te rapporteeren, dat ik door den adjudant QUARTEL 4) en commandant van 't fort DlBBETZ geordonneerd ben om mij te begeven tot Tholen, om mij onder de orders van den admiraal YoUNG te begeven. Hoewel het mij bijzonder hard valt, om door jongere officieren te worden gecommandeerd, heb ik evenwel dadelijk aan die order voldaan, en mij terstond op reis begeven, hoewel ik niet weet, in hoever jongere officieren mij kunnen commandeeren, te meer daar het in alles duidelijk blijkt, men mij hier niet wil laten commandeeren, omdat men den comm'. van 't fort meer genegen is.

1) Arch. dept. van marine.

2) Hieruit is af te leiden, dat toen het voornemen bestond den admiraal V. tot schout bij nacht terug te brengen.

3) Uit Hellevoetsluis. — Arch. dept. van marine.

4) H. W. de quartel, adjudant van Kikkert, op diens speciale voordracht door het Alg. Bestuur 25 Nov. 1813 aangesteld tot kapitein ter zee. Later (5 Juli 1814) is hij teruggebracht tot kapitein-luitenant.