46 WIJZIGING EN VERHOOGING V. II. TWEEDE HOOFDSTUK VAN DE

hebben zoowel van de Regeering van Nederlandsch-lndië als van den Minister van Marine.

Door de voorgestelde wijzigingen in het voedingstarief zullen de kosten van het dagrantsoen worden gebracht van f 0.425 op f 0.55, alzoo eene verhooging per man en per dag van f 0.125.

Bij een sterkte van het inlandsche personeel als waarop bij de Indische begrooting voor 1914 is gerekend, zijnde 1329 koppen, zullen uit dien hoofde de meerdere kosten per jaar pl.m. f 60 600 bedragen.

Ten einde het nieuwe tarief met 1 October aanstaande te kunnen invoeren, wordt thans voorgesteld de begrooting van het loopende jaar te verhoogen met f 15 150, en wel de onderafdeelingen 312, 327, 329 en 331 respectievelijk met f 2850, f 1600, f 6600 en f 4100.

Bijlage B dezer Memorie geeft een overzicht van de geldelijke gevolgen, welke aan de voorgenomen hervorming van het korps inlandsche schepelingen verbonden zullen zijn, bij de tegenwoordige samenstelling van de vloot in Indië.

Die bijlage bevat:

I. eene raming van de soldijen en toelagen, welke aan het inlandsche personeel zullen moeten worden betaald, nadat het korps geheel zal zijn hervormd;

II. eene raming van het verschil in kosten der voorgestelde en der bestaande regeling, uitgaande van die voor 1914, waarbij eene vermindering der uitgaven wordt verkregen van f 102000;

III. eene raming van de jaarlijksche kosten der opleiding, aanwijzende een bedrag van f 161 000.

Uit deze laatste twee ramingen blijkt, dat cle hervorming met inbegrip van de pl.m. f 60 000 kostende verbetering van de voeding, slechts een kleine jaarlijksche vermeerdering van uitgaven ten laste van de Indische geldmiddelen met zich zal brengen. Zonder veel kosten zal dus de waarde van het inlandsche personeel zeer belangrijk worden verhoogd, terwijl eene belangrijke vermindering van de behoefte aan Europeesch personeel daarvan het gevolg zal zijn.

Aannemende dat de nieuwe regeling voor het korps inlandsche schepelingen eveneens met 1 October aanstaande in werking treedt, zal dit ten gevolge hebben, dat de uitgaven in dit jaar voor soldijen en toelagen, hand- en aanbrenggelden met ongeveer f 24 700 zullen toenemen, welk bedrag daarvoor thans wordt aangevraagd, verdeeld over de onderafdeelingen 311, 326, 327, 328 en 330, die verhoogd worden respectievelijk met f 3500, f 2000, f 5000, f 9300 en f 4900.

De kosten van den bouw van de kweekschool, met bijbehoorende verblijven voor den commandant en de officieren, en met inbegrip van een sloepenloods, worden geraamd op f 280 000, terwijl voor huisraad en inrichting ongeveer f 20 000 en voor aankoop van grond pl.m. f 12000 noodig zal zijn. Verwacht wordt, dat van het bedrag van f 312000, dat dus voor de stichting van de school noodig zal zijn, in 1914 f 100000 zal kunnen worden besteed.

De Minister van Koloniën, TH. B. PLEYTE.