273

keuze een schoon overzicht gaf, vooral van hetgeen op het gebied van kamermuziek ten onzent is ontstaan. Zelden hebben wij op uitvoeringen der N. T. V. zulke interessante composities in dat genre gehoord.

Moge dus de Vereeniging op dit voetspoor voortgaan, en mogen tevens onze beste componisten door het schrijven van nieuwe werken van beteekenis haar in staat stellen dat zoo schoon mogelijk te doen.

De beteekenis dezer beide uitvoeringen ligt dus niet in hoofdzaak in het zoo goed slagen der vertolking, maar in den blik dien zij geschonken hebben op het streven onzer componisten. Doch wel was die vertolking van groot cewicht voor eene juiste waardeering der gehoorde werken.

De matinee had een talrijker bezoek verdiend, doch het succes liet niets te wenscben.

MAANDELIJKSCH OVERZICHT.

Twee beroemde buitenlandsche kunstenaars hebben in den laatsten tijd ons land bezocht: Edvard Grieg en Felix Weiugartuer. Over Grieg, de alom bekende en geliefde Noorsche componist, die ruim tien jaren van ons afwezig was gebleven, schreven wij reeds in het vorig nummer. Felix Weintgartnér was m de laatste jaren een getrouwe en gevierde gast. Grieg kwam als componist, doch toonde tevens een uitstekend dirigent te zijn, die aan zijn eigen werken een bijzonder reliëf wist te verleenen, en Weingartner kwam als dirigent, doch bewees tevens een begaafd componist te zijn. Naar wij vernemen, wil Weingartner zich meer en meer terugtrekken als dirigent, ten einde zich hoofdzakelijk aan zijn compositieè'n te kunnen wijden. Het valt moeielijk te zeggen, of, indien hij zich geheel kan concentreeren voor zijn composities, hij een eerste standpunt onder de hedendaagsche componisten zal kunnen innemen; maar op dit oogenblik treedt de geniale dirigent nog zoozeer op den voorgrond, dat men niet anders dan leedwezen over dit besluit kan gevoelen. Doch Weingartner is zoo veelzijdig begaafd — men behoeft er slechts op te wijzen, welk een scherpe en helderziende stylist en schrijver over muziek hij is —, dat het zeer goed mogelijk is, dat hij ons ook als componist in de toekomst nog groote verrassingen bereidt.

Met ^eene voorlezing over de Trilogie, door Weingartner naar aanleiding van Aischylos' Oresteia gecomponeerd, bereidde de groote kunstenaar zijn publiek eene teleurstelling, daar hij niet anders deed dan den tekst der drie drama's voorlezen, welke voorlezing alleen goed te volgen was met de boekjes in de hand; doch zeker zou eene toelichting met muziek-voorbeelden en beschouwing over het ondicht den hoorders veel nader tot Weingartner's schepping hebben gebracht. °

De Weingartner-avond, waar wij zijn derde Strijk-quartet en zijn Sextet in e. kl. t. hoorden, heeft ons vooral geïnteresseerd wat het Sextet betreft. Het is eene compositie van warm bloed en temperament, die door de impulsie, die de componist, aan het klavier gezeten, aan het geheel gaf, iets zeer bijzonders deed genieten. In dit Sextet voor piano, 2 violen, alt, violoncel en contrabas (het Conservatorium-quartet en de heer Blazer), is een muzikale strooming en een lijn, die wij niet overal in het Quartet gevoelden; doch de uitvoering van het Sextet stond ver boven die van het Qnartet, en men weet van hoeveel invloed dat kan zijn op de appreciatie van een werk.

18