betrekking hebbende op de omwenteling in 1813/14. 175

de luitenant ie classe A. Reyns tot kapitein-luitenant, idem J. boom idem

idem N. P. blommendaal idem

idem T. hansen idem

de apprentif marin Schutter tot onder-luitenant.

Als aanvulling worden hier nog aan toegevoegd: 16a. Commissie aan Kikkert.

25 Nov. 1813. l)

Het Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden steldt bij dezen aan den Heere Albert Kikkert, Vice-Admiraal als Commandant en Directeur der Hollandsche Marine bij het Departement Rotterdam (voorheen Zee onder arrondissement van dien naam) met dezelve attributiën, waarmede hij tot hier toe als Chef maritime aldaar gefungeerd heèft.

16b. Kikkert aan Leopold van Stirum.

26 Nov. 1813 2).

.... Reeds zijn er zes flottille vaartuigen, welke post gevat hebben op de Maze. Vier vaartuigen met ballast geladen zijn vertrokken om in het Spuij te laten zinken, ten einde te beletten, dat de Fransche canonnières langs dien weg zich naar Rotterdam begeven.

(Hij heeft dadelijk ƒ 48000 noodig).

Behalve de zes hiervoren vermelde kanonneerbooten zijn heden alhier op mijne orders aangekomen twee dergelijke vaartuigen, komende van den Briel, zijnde gecommandeerd door de Heeren blommendaal en boom, eerste scheepsluitenants; ik neem de vrijheid ten hunnen faveure te verzoeken den provisioneelen rang van kapitein-luitenant.

Op het oogenblik komt alhier aan de kapitein KELLER, welke ik ga belasten met het commando over de flottille van cle Maze.

Zeer verlang ik eene conferentie te hebben met den Hoogedelgestrengen Heer MELVILLS), ten einde gezamenlijk met den

l) Uit den Haag. — Arch. dept. van marine, portefeuille Resolutiën 1—28 Febr. 1814, stuk 3 Febr. 1814 No. 19. -) Uit Rotterdam. — Arch. Kab. Koningin. 3) Zie noot 2 blz. 166 van den vorigen jaargang.