- 511 -

een paar voeten, een arm, een rug.. . Verder niets. Hier en daar staan muziek-aanwijzingen. . . Het geheel is bont van kleur.

Het andere ding heet „Représentation" en tusschen haakjes staat „Portrait". Het hoofdmoment in deze geschiedenis wordt gevormd door een met lijmverf bestreken strooien hoed(!ü). Daarboven, onder, links en rechts zijn de volgende ingrediënten aangebracht: een brok ijzer, een lapje passement, een reep van een ouden strooien hoed, een hoek van een portretlijst, een lapje pluche, een stuk trommelvlies, een gebruikte kartonnen vruchtendoos, een groote lap geel linnen, eenige rijtjes lovertjes, een nacht¬

hemd, een staaltje van een damesruche met nagemaakte paarlen, een aantal gekleurde latjes, rood, groen, blauw en geel, verschillende stukken bordpapier met felle kleuren beplakt, een oud schildersdoekje waar een schilderij op is begonnen, twee repen vilt van verschillende kleur, een aantal ijzeren staafjes, en een vierkant doosje met een lapje er voor, — alles meer of min bestreken met olieverf en lijmverf. Te midden van dezen vuilnisbak-rommel ontdekt men een geschilderd portret. En deze „hors d'oeuvre" wil de grappenmaker R o s s i n é ons als welgemeende

kunst voorzetten. Arme Parijzenaars die er aan gelooven!

Georges Rouquayrol (Parijs) zond houtskoolteekeningen (vijf), Valentine de Saint-Point, eene Parisienne die zich nogal dik heeft gemaakt met haar strijd voor M arinetti en zijn school, en die ook medewerkster is aan hun tijdschriften, zond twee op de — onzen lezers nu welbekende — manier der „modernisten gedane schilderijen en twee pastels. Vooral het schilderij „Variations sur le vert" (no. 469) is grappig.

Paul Signac (Parijs) heeft in ons land gewerkt. Te Overschie schilderde hij in 1911 een gezicht op de Delftsche Schie. Hij werkt volgens de stippelme-

Kees van Dongen

thode en is tamelijk onrustig. Hij maakte ook de „Haven van La Rochelle" (cat. no. 496) en de „Pont de Grenelle te Parijs" (cat. no. 498).

Kleur-etsen ontbreken evenmin. Wij krijgen dus wèleenvolledigoverzichtvandentegenwoordigen stand van zaken in de wereld van moderne kunst. Charles Tichon (Parijs) namelijk zond ze in: o.a. een slapende bacchante, een „Kind met kersen", (afdrukken van deze en van ,,Le Toton" werden aangekocht voor het Louvre), Honden, en het portret van Gustave Charpentier, komponist o.a. van de opera „Louise .

Kubistisch is nog AndréUtter, wiens „Bibliothèque" en „Nature

morte a la guitare" tamelijk naïef zijn. Van zijn teekening gaat hierbij eene reproductie.

HenryValensi is een droomer. Zijn onderwerpen vond hij vooral in Tunis. Hij is heel persoonlijk van opvatting en kleur en maakt verdienstelijke schilderijen.

Twee beeldhouwers nog vragen onze aandacht: de modernist Joë Zadkin en de konservatief Victorien Tournier, beiden Parijzenaars. De eerste geeft sterk gestyleerde koppen, van een jongen, een meisje, en een held, waarin klassieke schoonheid te onderdennen is, al is men het met den stijl bepaald oneens, — de tweede is een te Parijs hoog aangeschreven

kunstenaar, wiens werk door de Fransche regeering herhaaldelijk,werd aangekocht. Het gipsmodel „Le guet" — een op de loer liggende jager — werd o.a. voor het Fransche gouverment in marmer gebeiteld. Van zijn groot kunnen, van zijn klassieke opvattingen geven zijn overige (zes) werken blijk.

Zoo heb ik in het bovenstaande de buitenlandsche inzenders bij mijn lezers ingeleid. Ik hoop nu de volgende week met de Nederlandsche inzendingen op deze belanerijke'tentoonstelling te' beginnen.

N. H. Wolf.

Mada

Ve

Rose