48

plaats in de Maatschappij verzekeren kan. Bewogen met het lot diens jongeiings en overtuigd van zijn vermogen om eene klassieke Compositie, mits geëvenredigd aan zijne krachten, met effect te kunnen uitvoeren, bevelen wij hem den Concert-besturen zeer aan.

De Zang van den Heer OstboiT, (Baritonist, geen Tenorist), hoezeer in niets uitmuntende, wisselde de instrumentaal-solo's niet ongevallig af; zelfs gaf het publiek zijnen bijval, na het hooren der Liederen Schweitzers Heimweh en das erkennen, welke de Heer Oslhoff zuiver, vrij gekuischt, met gevoel en goed opgevat voordroeg, -door applaus te kennen.

De uitvoering der Ouvertures geschiedde ditmaal door drang van omstandigheden zonder voorafgegane repetitie en ondanks dat was zij goed.

Concert voor de behoeftige Choleralijders en hunne nagelatene betrekkingen, den 15. Februarij 1849, in den Schouwburg.

Programma. Eerste Deel. Symphonie van J. Haydn, G dur, Op. 80. Motet: Herr wer kann recht erheben, van B. Klein, te zingen door de Liedertafels. Scène en Aria voor Bariton uit Euryanthe, van C. M. von Weber. Une Larme, Duo voor Piano en Viool, van Herz en Lafont. Aria voor Tenor : « Tombes de mes Aieux," uit Lucie de Lammermoor, van üonizetti , (in plaats van dit het Aria voor Tenor uit de Freyschütz), a. Türkisches Sche?ikenlied, b. Jager Abschied, van F. Mendelssohn Bartholdy, te zingen door de Liedertafels. Tweede Deel. Koor uit die Zauberfl'öle , van W. A. Mozart, te zingen door de Liedertafels. Solo-Quartet: a. Groene krans, van K. A. Craeyvanger. b. Das A, B, C, van Zöllner. Fantaisie voor Klarinet, van Reissiger. a. Des Knaben Berglied, van H. Truhn, b. Die Fahnenwacht, van Lindpaintner, voor Bariton, a. Die menschliche Stimme, van K. A. Craeyvanger, b. Tambourlied, van J. Becker , te zingen door de Liedertafels. Ouverture Don Juan , van W. A. Mozart.

Door beletselen in onzen tijd beperkt, bedienen wij ons voor ditmaal van het berigt door ons in de Nederlander geschreven.

Dit Concert, ontworpen en gegeven door de Liedertafels Aurora, Apollo en het Liefhebbers-Concert Symphonia, onder de aanvoering van de Heeren Craeyvanger en Dahmen , in den Schouwburgzaal , met vuur en licht voor deze gelegenheid , op eene voorbeeldig belangelooze wijze door onzen algemeen geachten stadgenoot, den Heer de Heus, afgestaan, had eene zoo groote aanzienlijke foulc uitgelokt, als men zeldzaam in die zaal aanschouwd heeft. Zij was eivol en ondanks den buitengewonen toeloop, heerschten overal de meest mogelijke orde en stilte. Die ontzettende deelneming tegen e'én Gulden entre'c, heeft dan ook de bruto som van 1186 Gulden, netto omtrent f 1025 opgebragt, welke door dezelfde Heeren, die aan het hoofd dezer menschlievende onderneming hebben gestaan, in daartoe nader te bepalen zittingen, in het Stads-gebouw, het ijzeren hek, zoo wij vertrouwen op de doeltreffendste wijze zal worden aangewend.

Ondanks de oneindig minder gunstige positie van het spelende cn zingende personeel, op het tooneel, dan in eene goed klinkende Concertzaal, waardoor Orchest, Koren Solo's gewoonlijk veel van hunne kracht verliezen moesten, heeft het publick zijne goedkeuring over deszelfs verrigtiDgen meermalen door toejuichingen, zelfs zijne hooge ingenomenheid met de uitvoering van enkele stuk¬

ken , door het biseren van het dubbel bezette mannen* quartet A. B. C., van Zöllner, en die Fahnenwacht, voor Bariton, met Orchest, van Lindpaintner, krachtig geopenbaard, terwijl het misschien aan de excessive heerschende hitte in de zaal is toe te schrijven, dat ook niet aan andere executanten, die eer te beurt viel.

Het zou eene onwaarheid in zich bevatten, om te willen beweren, dat alles geheel vlekkeloos voorbij ging, en er niets te wenschen overbleef; maar ook hier staat het laus omnibus, lof aan alle kunstenaars en dilettanten, medewerkers op dien avond, op den voorgrond, terwijl den Heeren Dahmen en Craeyvanger — die de directie onderling zoo harmonisch verdeeld en zich zoo prijzenswaardig in de handhaving derzelve betoond hebben — een groot deel van dien lof toekomt. Eendragt maakt magt. Zonder dat gaan Staten en alle zedelijke en kunstligchamen ten onder. De bestaande drie Muzikale vercenigingen Aurora, Apollo en Symphonia , welke zich in het algemeen verdienstelijk van hunne taak gekweten hebben, leveren de sprekendste bewijzen, dat zij de waarheid dier spreuk kennen en dezelve weten na te leven ; zonder die eendragt immers waren uitvoeringen, als op dien Concertavond, niet mogelijk geweest, en zou het lijdend mensclvdom zich over eene somrae gelds minder moeten verheugen. Welaan dan, Mijne Heeren! met uwe talenten ten allen tijde eendragtelijk voor de kunst, voor den behocftigen en lijdenden medemensch gewoekerd , alle tirannismus en verderfelijke eenzijdigheid in de kunst verafschuwd, maar redelijke vrijheid en regt op uwe kunstenaars- en dilettanlen-wcg gehandhaafd!

Dr. KIST.

ARNHEM. Vierde Dames Concert.

Het Programma , reeds in het vorige Nummer der Caecilia vermeld zijnde, gaan wij tot de beoordeeling der diverse stukken dadelijk over.

Met genoegen maakten wij kennis met het talent van den Heer Craeyvanger uit Utrecht. Hij droeg met zijne ronde, volle Basstem zijne verschillende Aria's zeer goed voor; dit was vooral het geval met het overheerlijke Aria uit Elias: u Es ist genug j" dit was uitmuntend, en hij verdiende ten volle de herhaalde bijvalsbetuigingen die hem dezen avond ten deel vielen. Ten slotte werd de Hr. C. met algemeene stemmen terug geroepen, waarop hij nog eens de lieve Romance van D. Koning, Son Ombre , zong. Het zij ons echter vergund eene aanmerking te maken : wij zouden gaarne wat meer ziel en leven in zijne voordragt opmerken. Ook zijne solo's voor Guitaar droeg hij als een groot meester op dit instrument voortreffelijk voor; intusschen kwam het ons voor dat zijn instrument wat zwak voor de groote zaal was, want men konde achteraan weinig verstaan. Mej. Schönecker, van Amsterdam, hoewel nog zeer jong, is reeds eene zeer verdienstelijke Pianiste , getuige hiervan de door haar op dit Concert voorgedragene stukken; zij heeft een' fikschen aanslag en voert alles met smaak en juistheid uit. Zoo voortgaande kan zij het tot eene aanmerkelijke hoogte brengen. Wij raden haar echter wat minder beweging bij het spelen te maken en de vingers niet met het hoofd en lijf te volgen. — De Symphonie en Ouvertures werden niet met het gewone aplomb uitgevoerd, uitgezonderd de Ouverture van Kaliiwoda, deze marcheerde goed; er heerschte eenige nonchalence in het Orchest, hetgeen evenwel niet te verwonderen is, daar het publiek, vooral de Dames, om het hardst praatten , en dit kan niet anders dan nadeelig op de uitvoerders werken.