885

zoek naar de oorzaken van den cnormen achteruitgang en de middelen tot verbetering werd er door gegeven.

De groote belemmering, die aan eene ontwikkeling van eene vrijwillige cultuur in den weg staat, is gelegen in het bezwaar, dat een dessaman niet bij machte is zijn tijd te geven voor de teelt van een gewas, dat eerst na 3 jaren product afwerpt, en het niet loonende der verplichte cultuur vindt zijne oorzaak in het feit, dat de bepalingen omtrent jaarlijkschen bijplant van een bepaald aantal boomen onder de tegenwoordige omstandigheden niet meer voldoen. Beide bezwaren kunnen uit den weg geruimd worden.

Wat de verplichte cultuur betreft, dienen de dessa's, die niet in het bezit zijn van een plantsoen van voldoende uitgestrektheid om een loonende cultuur te kunnen drijven, door bijzondere maatregelen zoo spoedig mogelijk weer in het bezit daarvan gesteld te worden. Is dit doel bereikt, dan kan verder worden uitgemaakt, hoeveel boompjes ze jaarlijks hebben bij te planten om het plantoen voltallig te houden. Wat de vrijwillige cultuur betreft, kan de belemmering alleen worden weggenomen door betaling van den in de eerste 3 jaren aan den aanleg en het onderhoud van een koffietuin ten koste gelegden arbeid, op eene wijze, als reeds vele jaren van verschillende zijden, naar schr. meent het eerst door mr. Brooshooft, is aanbevolen. Van een en ander geeft schr. dan in zijne brochure een schema van regeling.

Het slot van de brochure luidt aldus:

,, Het middel om de bevolking met eene tegemoetkoming in geld te hulp te komen bij den aanleg en het onderhoud in de 3 eerste jaren is niet alleen het beste om de dwangcultuur te doen overgaan in eene loonende volkscultuur, maar ook om de dessa's, die niet meer bij de dwangcultuur zijn ingedeeld, op te wekken tot de teelt van koffie. Binnen enkele jaren zal het onderscheid tusschen verplichte tuinen, monosoeke, soekasorangan, soekahati-