989

opmerkingen met betrekking tot de zeil- en stoomvaart in Indië:

„ Moest het vorige jaar worden opgemerkt dat, zoowel voor de opgenomen zeilruimte van Java als voor de stoombootruimte van daar opgenomen, de Nederlandsche vlag door de Engelsche op den tweeden rang was gedrongen, het is aangenaam er thans op te kunnen wijzen, dat de Nederlandsche vlag in de vaart van de eigen kolonie, weder den eersten rang heeft weten te handhaven, althans in de zeilvaart. Maar een onwelkom verschijnsel moet het heeten , dat voor de opgenomen stoombootruimte , de Engelsche vlag niet alleen den eersten rang wist te behouden, maar dat de verhouding, percentsgewijze uitgedrukt, voor onze vlag wederom ongunstiger is geworden. Laat ons hopen dat bij gunstiger vrachten, de Nederlandsche reederij niet zal achterblijven in de ontwikkeling van het stoomvaartverkeer van Java, niet alleen met het moederland, maar ook met Oost-Azië."

Omtrent den Handel stippen wij aan, dat de Amsterdamsche markt voor koloniale suiker even ongenaakbaar bleef als tot hiertoe. De binnenlandsche beetwortelsuikerfabrieken maakten, dank zij de bescherming die zij genieten , goede zaken. De algemeene invoer van ruwe suiker in 1896 bedroeg 81,906 ton, tegen 123,066 en 154,288 in de twee voorafgaande jaren. Het aandeel voor Amsterdam in dezen invoer bedroeg 46,809 ton, tegen 80,611 in 1895 en 121,928 in 1894. De uitvoer van melis en ander geraffineerd bedroeg voor bovenbedoelde jaren: 123,323, 110,364 en 103,556 ton, waarvan door Amsterdam geleverd: 123,316, 110,347 en 103,547 ton.

Thee. Er werden 4,416,161 halve kg. Java-thee in veiling verkocht, tegen 3,752,595 in 1895. De aanvoeren van Java-thee bedroegen: te Amsterdam 56,141 kwartkisten en 976 te Rotterdam. Er werden hier 4 inschrijvingen van China-thee gehouden, tegen 3 in 1895. De eerste-handsaanvoeren bedroegen 3156 kwartkisten, tegen