Intichting en gebruik van de hulpschepen voor de Kon. Marine, enz.

schadelijke ruimte; in één woord, met veel moeite en zorg, passen en meten kon de benoodigde hoeveelheid victualie medegenomen worden, zoodat het voorraadschip dus niet het ideale type was. Verder moest het schip dienst doen als onderzeeboot- en vliegtuigmoederschip; hiertoe werden eenige vliegtuigmotoren, vliegtuigonderdeelen, drums benzine en flesschen gedistilleerd water overgenomen. De motoren werden vóór overgenomen en moesten onder de tent door naar de midscheeps onder het tentdek getrokken worden, om bij gebruik geheel naar achter getransporteerd te worden, over de stuurketting heen, waartoe deze losgenomen werd. Het geheel kostte veel moeite, tijd en menschen en was niet bevorderlijk voor den toestand van de kisten. Het eenige zeer practische was de vliegtuigboom met travelier op het achterschip. Hier werd gemakkelijk mee gewerkt.

Het medenemen van manden gedistilleerd water bleek een mislukking, veel brekage, waardoor veel verlies, niet gemakkelijk over te brengen in de batterijen van de onderzeebooten en uiteindelijk een vrij ernstig ongeluk, zonder dat van onvoorzichtigheid sprake was. Op de daaropvolgende reis werd het water medegegeven in kisten van 500 liter, hetgeen een verbetering was, hoewel de kisten zeer veel plaats innamen, een groot eigen gewicht hadden en zeer kwetsbaar waren.

Wat het vee betreft; met de runderen werd geen last ondervonden, ook bij het slachten niet; hoogstens was de voorraad medegenomen hooi veel te groot, hoewel die door ons, wegens plaatsgebrek, reeds gehalveerd was. Onder de varkens was veel sterfte, als gevolg van het opstapelen in krandjangs, de moeilijkheid van het voeren en den aard van het voer.

Ook werden 8 torpedo's overgenomen en wel 4 van 53 cM en 4 kleinere. Aan stuur- en bakboord van het luik, op het hoofddek, werden er 3 neergelegd en 2 stuks op het „zitje officieren" (tentdek). Dit overnemen was niet eenvoudig en er was dan ook veel belangstling voor. Langscheeps was er weinig ruimte, het ankerspil moest gebruikt worden voor het toppen van den boom; om beurten werd de torpedo iets afgevierd en de boom iets getopt, waartoe steeds een afsluiter tusschen ankerspil en winch geopend en gesloten moest worden en zoo kregen wij het gevaarte onder de vaste tent, d.w.z. slechts voor een gedeelte. Niettegenstaande de torpedo's goed in het vet zaten had er toch roestvorming plaats, daar in de regenachtige Molukken een losse tent onvoldoende bescherming geeft.

Behalve de 2e klas hutten (oorspronkelijk hutten voor kabellasschers) die voor de vliegtuiggroep bestemd waren, was er weinig plaats voor de andere Marineschepelingen.

961