■119

vangen door gevlochten koperdraad, is het voordeel verkregen den kabel buigbaar te maken en dus uit groote lengten te kunnen vervaardigen, die op klossen gewonden kunnen worden, hetgeen voor transport en leggen gemakkelijk is ; het *errantisvsteem brengt mee dat het net uit rechte en korte stukken kabel moet worden opgebouwd, hetgeen veel lasschen vereischt. De hier gelegde kabels waren op klossen gewonden van ongeveer 3 M. diameter, totale zwaarte 5,000 a 6,000 K.G., lengte van den kabel 200—250 M. , . ....

Er zijn 3 typen gelegd wier koperdoorsneden respectievelijk

zijn 2 V 220, 2 X 120 en 2 X 25 mM2- A ,

Het in den grond leggen van den kabel geschiedde op de vol-

gende wijze: ,

De klos, waarop de te leggen kabel is gewonden, woidt opgelicht en in zijn as gedragen door een tweewielig voertuig, diameter der wielen 3.20 M. Men rolt nu den kabel uit langs den geprojecteerden weg en graaft de trens waarin hij moet komen te liegen. Deze heeft een diepte van ± 0.60 M., bij een breedte van 0.50 M. Daarin worden houten kokers achter elkaar, zondei eenig verband, gelegd die van boven open zijn, dus uit 3 wanden bestaan. De bodem en de wanden dezer kokers zijn op ajstanaen van 0.50 M. voorzien van houten klosjes. Nu wordt de kabel dij gedeelten opgenomen en in den houten koker gelegd. De overblijvende ruimte tusscben kabel en koker wordt daarna opgevuld met een gesmolten asphaltspecie; daar de kabel op de houten klosjes rust, kan deze specie zich overal goed om hem heen begeven, zoodat zij hem goed tegen binnendringend vocht Deschermt. Is de specie afgekoeld en verhard, clan wordt de kokei afgedekt door een platte laag baksteen, de trens gevuld en de bestrating hersteld. De baksteen dient ter waarschuwing voor het werkvolk dat in de straat aan andere werkzaamheden, noot, gas, water enz. te arbeiden heeft.

Op deze wijze werkende zijn per dag tot 500 M. kabel gelegd. De opvolgende kabelstukken worden aan elkaar gelascht, waartoe in een gegoten ijzeren verbindingsmof de beide geleiders aan elkaar worden verbonden en geïsoleerd, en de overblijvende ruimte

met asphalt wordt opgevuiu.

De werken voor het kabelleggen zijn aangenomen en uitgevoerd door de H.H. de Haan & Oerlijn bovengenoemd.

Het net is geprojecteerd langs die straten en grachten waar aansluitingen aangevraagd zijn, en zal naar behoefte worden uitgebreid. Op het oogenblik zijn + 20 K.M. gelegd. Op enkele punten, waar kabels uit elkaar gaan of elkaar snijden, zijn zoogenaamde kabelhuisjes aangebracht, bestaande uit een hollen ijzeren cylinder, diam. 1.10 M., geplaatst met een basement op een steenen voet en door een ijzeren bekroning afgedekt, ue hoogte is ongeveer 3.50 M. Daarin zijn uitschakelaars aangebracht, waaraan de uiteinden der kabels worden verbonden. Op deze wijze kan men met weinig moeite een stuk kabel, waaiaan een aansluiting gemaakt moet worden, uit het net schakelen en dus zonder stoornis arbeiden.

Ter aansluiting der perceelen aan het kabelnet worden i stukken aangebracht, die ook in moften worden uitgevoerd op overeenkomstige wijze als de verbindingsmoffen. De aansluitingskabel leidt naar een transformator die de spanning van z,wu Volt reduceert tot op 72 of 36 Volt. Op de secundaire leiding van den transformator wordt het huisnet aangesloten. De spanning van 36 Volt is ten behoeve van booglampen, om 2 in serie op het huisnet te plaatsen .

Het station heett 'l,ouu iv. vv. vermogen nu i* mgci ■ 22,000 gloeilampen van 16 N.K., en kan dus op éen lnn S^'Q worden met die van andere steden in Europa. Het aantaraan insloten lampen bedraagt thans 6,100 terwijl nog verscheidene installatiën in aanleg zijn. K;l

Het tarief voor de stroomlevering bedraagt 46 cent pei tt.nowatt-uur, d.i. 1,000 Volt-Ampère-uur. Voor een g^^lamp 'an lb N.K., overeenkomende met den gewonen gasbrandei, Komtaitte staan op ± 2.7 cent per uur. Voor een 750 uur wordt reductie a ' 3 toegestaan voor het meerdere vei bruik. Al is dus op het oogenblik de prijs hoogei dan van het gas, zoo is het toch te verwachten, dat naarmate het aantal fansluitingen toeneemt, hij zal worden verlaagd. De concessie geeft daartoe de gelegenheid ook buiten den wensch van den concessionaris.

Het hier beschreven station is één van de weinige in Europa die het wisselstroom-systeem huldigen, in tegenstelling met de meerderheid waar gelijkstroom is toegepast. Zooals bekend is gevoelt de jongste technische wetenschap zich reeds zóó krachtig, dat zij zich de weelde veroorlooft een strijd in eigen boezem er

op na te houden, zonder dat haar dit merkbaar verzwakt. Wij hebben reeds vroeger (zie »De Ingenieur" jaargang 1890 No. 17,pag. 151) de voor- en nadeelen der beide systemen uiteengezet en zullen die thans niet herhalen daar de toestand feitelijk niet veranderd is ; de motieven van toen zijn thans nog van kracht, en nieuwe zijn niet verschenen.

Maar hoe men ook over den strijd denkt en oordeelt, het resultaat zal wel zijn dat beide systemen zullen blijven bestaan, en elk zijn toepassing zal vinden waar het het beste past. Daar nu in den laatsten tijd het streven is om natuurlijke krachtsbronnen, zooals watervallen, te gebruiken tot verdeeling van mechanisch arbeidsvermogen, in steden voor licht, beweegkracht, en industrieele doeleinden, ligt het voor de hand dat het wisselstroom-systeem met vlijt is bestudeerd en ontwikkeld geworden, en groote vorderingen heeft gemaakt, terwijl het gelijkstroom-systeem op de hoogte is gebleven die het reeds veroverd

had De pas gesioien r lamviui ici iciiiuuii^c.iiug y bewezen- niet alleen dat zij op reusachtige en tastbare wijze het beeld' der krachtsoverbrenging duidelijk heeft gemaakt, want het water te Lauften vallende, bracht te Frankfort op nieuw water naar boven; maar daarnaast vertoonde zij toestellen die op zeer gelukkige wijze de twee systemen, wissel- en gelijkstroom combineerden en aldus beider voordeden benuttigden. Dat waren de toestellen van Schuckert en Thomson-Houston. Om uit een dynamo wisselstroom en gelijkstroom te halen is wel geen geheel nieuw denkbeeld, immers Bradley en Helios namen elk reeds in 1887 daarop patent, en m de zich zelf opwekkende wisselstroom-dynamo's paste men .dit denkbeeld toe, maar de wisselstroom-motor was toen nog in een stadium, waarin hij de toepassing daarvan niet kon voortstuwen. Nu evenwel de meerphasen-wisselstroom- of draaistroommotor practisch is geconstrueerd, zal deze, indien ook de resultaten practisch zijn bevonden, en daarvan worden de rapporten nog steeds met spanning van de Prüfungs-Commission tegemoet gezien, dat denkbeeld ongetwijfeld beter uitwerken. Schuckert gaf reeds een voorbeeld daarvan, hierin bestaande dat een electrische motor door meerphasen-wisselstroom wordt bewogen, terwijl hij zelf een gelijkstroom voortbrengt, aldus een transformatie van wisselstroom in gelijkstroom.

Wordt deze toepassing inderdaad practisch, d. w. z. voordeelig bevonden wat is dan eenvoudiger dan in een fabriek buiten de stad gelegen wissel- in meerphasen-stroom op te wekken; deze te leiden naar in de stad gelegen onderstations, alwaar hij een wisselstroom-gelijkstroom transformator beweegt en zich in «eliikstroom omzet, Zulk een station heeft dus beide systemen en dus beider voordeelen ter beschikking, en de voortbrenging en voortleiding der electriciteit uit de centrale geschiedt op de meest economische wijze.

Dergelijke installaties zijn nog niet in uitvoering, zij vullen noo- slechts de hoofden van constructeurs en concessionarissen, ma°ar dat ernstig in deze richting wordt gedacht en gewerkt, daarvan geven de technische tijdschriften voldoenden blijk, en wij mogen het dus voor ons land, dat tot nog toe het wisselstroomstelsel ontbeerde, een voordeel noemen op groote schaal dit systeem te zien toegepast om de voordeelen daarvan mede te bestudeeren en te benuttigen. '

Belooft het beschreven systeem veel voor de toekomst, dan willen wij die verwachting in gedachte overbrengen op de exploitante, de Mij. Electra, die met zooveel taai geduld en

* .. . ;„ Uaaft varmtorrt on \j7pna<>hon wn naar

volharding ae concessie i.ooi* • , — ..-j

loon naar arbeid toe.

Amsterdam, Mei 1892. Jurrian Stroink.

Iets over waterleidingen.

(Vervolg van bladz. 179.)

Zooals reeds vroeger gezegd, is de waterleiding te Dortmund in Westphalen eene der interessantste van geheel Duitschland.

In de jaren '55 tot '60 kwam het eerst de aanleg van eene waterleiding aldaar ter sprake. Dortmund en het nabijgelegen Hoerde breidden zich zeer sterk uit, en door de mijnen werd zooveel water aan den grond onttrokken, dat de goede waterputten het benoodigde water niet meer leveren konden.

Vooral daar Dortmund door hare industrie steeds meer arbeiders met hunne families tot zich trok, deed zich in die wijken het o-ebrek aan goed drinkwater en frisch water om de helderheid en den gezondheidstoestand te bevorderen, sterk gevoelen. Ook hoopte men — en het resultaat is verrassend geweestdoor vooral des zomers de straten met het water uit de leiding