Marineblad

Uit de

Êe o&ibt&ih'mg mn de maïitieme middelen

DE BESLISSING IN ZICHT

Uit de N.R.Crt. van 26 Dec. 1939:

Nog bestudeert de minister van defensie de adviezen, welke de technische regeeringscommissie en de Indische regeering hebben ingediend ter zake van de versterking van de defensie van Indië. Maar er is reden om aan te nemen, dat deze studie practisch volbracht is en dat de regeering zeer binnenkort haar beslissing zal nemen.

Het lange dralen van de regeering bewijst, dat zij voor een dilemma stond. Wij hebben reden om aan te nemen, dat een element van dit dilemma niet was de vraag, of het hoofdgewicht van de Indische verdediging op vliegtuigen moet worden gelegd. Daartoe is van de regeeringstafel te vaak gesproken van een maritieme versterking. En bovendien is de regeering te zeer overtuigd van de noodzakelijkheid om kracht aan de vloot toe te voegen, dan dat zij het zwaartepunt zou kunnen leggen op den aanbouw van torpedobootjagers en onderzeebooten. Zoo kan het dilemma slechts zijn: öf slagkruisers van een type tusschen de 25.000 en 30.000 ton, öf schepen van een kleiner type — het beste met „vestzakslagschepen" te vergelijken — met zoo mogelijk een groote uitbreiding van het kleinere materieel. Met den term „vestzakslagschip" duiden wij dan ieder schip aan van een afmeting tusschen een grooten kruiser en het minimum-formaat van een linieschip.

Beide oplossingen zullen een aanzienlijke uitbreiding van de Indische defensie beteekenen, welke gezien den stand van zaken met blijdschap zal worden begroet. Of deze blijdschap ook tot dankbaarheid zal stemmen, zal afhangen van de oplossing, welke ten slotte gekozen zal blijken.

Zal het een „totale" oplossing zijn, of zal tenminste een vorm gevonden worden, welke, ondanks de groote, te vergen opofferingen, niet meer dan een halve oplossing zal zijn. Dit laatste zal naar ons gevoel het geval zijn, indien de keuze op „vestzakslagschepen" zou vallen.

Er is tusschen beide oplossingen één kardinaal verschil, dat ons nog eens duidelijk voor oogen gesteld is door den zeeslag, welke de ondergang van de Graaf Spee werd. De „vestzakslagschepen", onverschillig of zij 10.000 ton meten dan wel grooter zijn, zijn niet veilig tegen de kruisers van 10.000 ton. Of wel hun snelheid is onvoldoende, of wel hun pantsering is niet bestand tegen de uitwerking van de 20.3 cm granaten. Wil men een schip deze beide eigenschappen geven, dan komt men noodzakelijkerwijze boven de 20.000 ton. Een groote kruiser kan met inzet van zichzelf het gevecht met een „vestzakslagschip" aanbinden. En als deze aanval geschiedt door twee dergelijke kruisers, dan blijft dit slagschip in de minderheid.

Nu moeten wij ons er wel van bewust zijn. dat het aantal kruisers, waarover mogelijke aanvallers beschikken, over het algemeen zoo groot is, dat zij een dergelijken aanval met meer dan één kruiser steeds kunnen ondernemen. Met andere woorden, een mogelijke vijand behoeft dan slechts zijn fcrutseYvloot in te zetten om met ons af te rekenen. Ziehier de reden, waarom wij deze oplossing een halve oplossing moeten noemen.

14-