Admiraal Sims 1858—1936

teiten in Washington verweten werd, dat hij slechts aan den leiband der Admiraliteit liep en niet met voldoende energie zijn eigen weg ging; na den oorlog zou dit verwijt in heftiger vorm tot uiting komen in Congres en Pers. Wij waren inderdaad ook bang, dat met het stijgen der jaren de energie en originaliteit, welke zijn persoonlijkheid in zijn jonge jaren kenmerkten, langzamerhand afnemen in de oorlogsjaren. De verwijten van zijn lastgevers ten dien aanzien blijken echter goeddeels even ongefundeerd als onverdiend. Wanneer zijn optreden in de eerste maanden al den schijn kon wekken van meeloopen zonder veel kritiek op de gealliëerden, dan werd deze houding slechts ingenomen, omdat een zuiver begrip van de situatie toen inderdaad vereischte, dat de nog zwakke eigen middelen allereerst werden ingezet om de zwakste punten van het gealliëerde dispositief te versterken. Zoodra echter de meest kritieke periode der duikbootoorlog was overwonnen en tevens meer op eigen kracht en inzicht kon worden gebouwd, zien wij de Amerikanen met Sims aan het hoofd de leiding nemen in schier alle vraagstukken, welke de algemeene maritieme oorlogvoering betroffen. Gebrek aan eigen initiatief en phantasie is dan zeker wel het laatste, wat men Sims verwijten kan.

Toetsen we tenslotte de idealen, welke Sims met zooveel overtuiging verdedigde, zoowel tegenover Washington als tegenover Londen en Parijs, aan de eischen, welke Castex stelt aan het ideale geval van een coalitie-oorlogvoering, dan zien wij het navolgende58): le. Dat Sims inzag, dat de kracht van de gealliëerden moest berusten op moreele discipline. 2e. Dat Sims steeds weer pleitte voor eenhoofdige leiding. 3e. Dat men naar Sims opvattingen moest medestrijden voor één gezamelijk doel en zijn middelen, waar mogelijk, inzetten met dit doel voor oogen.

4e. Dat Sims het nationale belang tijdelijk ondergeschikt wilde

maken aan de gezamelijke belangen. 5e. Dat Sims het algemeen vertrouwen genoot van de bevelhebbers

der bondgenooten, omdat men wist dat hij naar eer en geweten

handelde en hen loyaal ter'zijde stond. De vraag blijft dan nog slechts, heeft Sims door zijn houding de belangen van zijn eigen land geschaad?

Zelfs wanneer men als oorlogsdoel der Amerikanen aanneemt het vergrooten van eigen machtspositie en rijkdom, óók ten koste der verbondenen, dan kan men zich moeilijk beklagen over den invloed, welke Amerika, dank zij Sims' persoonlijk gezag, meer en meer op de

58) Castex ffl, pag. 382.

777