DE

13e Jaargang.

INGENIEUR.

Orgaan

47

der

1898.-12 5.

VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.

Weefflai EBWijfl aai ia tücMefc ai Jb niiia van Oplm Werfcen bi lYerMiL

Prijs per Jaargang:

Franco per post.

Voor Nederland: f 8.

Voor het Buitenland met vooruitbetaling . . - 10.60 Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs

worden bovenstaande prezen met ƒ %— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland

wordt hal/jaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents.

Verschijnt eiken Zaterüg.

Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: Scheveningsche Veer no. 7, te 's-Gravenhage.

Advertentiën uiterlijk Vrijdags 12 ure des voormiddags intezenden aan de Directie en Administratie van dit Blad, Pavelj oensgracht No. 19, te 's-Gravenhage

Hoofdvertegenwoordiger voor Nederland: C. W. BETCKE, Advert.-Bureau, Rotterdam.

Afzonderlijke Nummers worden, voor zoover de voorraad strekt, alléén aan Abonnés geleverd.

's-Gravenhage, 29 Januari.

Prijs ier Advertentiën;

f 0.25

Per regel

Groote letters naar plaatsruimte.

Abonnementen volgens afzonderde overeenkomst.

By eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prijs per regel ƒ0.16; bU eene tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.

Bij abonnement op Advertentiën wordt het blad gratis toegezonden.

Verantwoordelijk Redacteur: J. van Heurn, Civ.-Ing., 's-Gravenhage.

INHOUD.

Beschouwingen over accumulatoren en de bepaling hunner capaciteit. (Met Plaat.) Door L. M. Barnet Lyon. — Rioleeren en bevloeien, door Lambbechtsen. - Ingezonden stukken. De afdeeling voor architecten aan de Polytechnische School. - btoomtramweg ter verbinding van Goedereede en Overflakkee en Voorne en Putten met Rotterdam. - Staten-Generaal. - Staatsexploitatie van Staatsspoorwegen. - Weerkundige Waarnemingen. — Rivier berichten. — Binnen- en Buitenlandsche Berichten. - Benoemingen, verplaatsingen enz. - Open betrekkingen. — Gezochte betrekkingen.

Beschouwingen over accumulatoren en de bepaling hunner capaciteit.

{Met plaat.) Inleiding.

>e litteratuur over accumulatoren ih suiia^ir^u

anderzijds dermate in verschillende chemische, physische en technische tijdschriften verspreid, dat het ordenen en schiften van al deze studies eene

studie op zich zelf is.

Van de zijde der accumulatoren-fabrikanten werd ook weinig licht verspreid. Terwijl eenerzijds met kwistige hand schakenn^sschema's en instructies voor de behandeling van accumulatoren de technische wereld werden ingezonden, met zuiver mercantile bedoelingen, bleven de kwalen van den accumulator en deze zijn vele, zorgvuldig met den mantel der liefde bedekt.

Deze neiging tot geheimhouding wordt nog meer verklaarbaar, wanneer men den verlammenden invloed nagaat van het thans verstreken Faure-patent, dat de fabricage in weinige handen concentreerde, terwijl het anderzijds volkomen begrijpelijk is, dat fabrieken, die jarenlange studie hebben besteed om de oorzaak van sommige verschijnselen te vinden, weinig roeping gevoelden om de vrucht van vaak met schade en zorgen verkregen ervaringen tot gemeen goed te maken.

Voor hem, die dieper in het wezen van den accumulator wil dringen, kan geen betere inleiding van studie worden aanbevolen dan Gaston Planté, Recherches sur 1'électricité, een werk dat steeds als een standaard van ernstig en ver strekkend technisch en wetenschappelijk onderzoek zal geldén.

Theoriën.

De verschijnselen die zich in een toestand van lading en ontlading verkeerenden accumulator voordoen, zijn van chemischen, physischen en rein mechanischen aard. Mag dit op zich zelf reeds voor het opbouwen van theoretische beschouwingen de noodige moeilijkheden baren, de reeks verbindingen en ontledingen die elkaar tijdens de processen van lading, ontlading en de periode van rust kunnen opvolgen, de invloed van de sterkte van laad- en ontlaadstroom, gevoegd bij de invloeden van zuurgehalte en temperatuur zijn voldoende aanwijzingen, dat alle zich bij een accumulator voordoende verschijnselen een zeer samengestelde genese hebben en dat bij het opklimmen van gevolg tot oorzaak, de onder¬

zoeker meer dan eens zijn weg door een doolhof zal hebben te banen.

Ik wil trachten IJ zooveel mogelijk, de historische ontwikkeling getrouw, te schetsen wat wij van de processen, die elkaar in een accumulator opvolgen, weten.

De zienswijze van Planté is vrij algemeen bekend. Zij komt neer op het constateeren eener water-ontleding bij de lading, waarbij de waterstof wordt opgenomen aan de negatieve pool zoolang daar materieel tot reductie aanwezig is, terwijl aan de positieve pool het loodoxyde tot een hoogeren graad van oxydatie wordt opgevoerd.

Hebben de voor reductie en peroxydatie vatbare lagen respectievelijk aan — en + pool geheel aan de reactie deelgenomen, dan stijgen langs beide platen de gassen der waterontleding op, respectievelijk zuurstof aan de + plaat, waterstof aan de — plaat.

Bij de ontlading oxydeert de negatieve plaat zich, terwijl op de positieve plaat een lager oxyd gevormd wordt, een en ander onder vorming van water.

Wil men deze zienswijze in symbool overbrengen, dan kan daartoe de volgende voorstelling dienen.

Toestand van den ontladen accumulator.

-L- Pb Pb O

lood loodoxydhuid geleider.

x H2 O H2 SOt electroliet.

lading H2 O

O Pb Pb + loodoxydhuid. lood-

geleider.

Toestand van den geladen accumulator.

Pb Pb loodgeleider. gereduceerd sponsachtig lood.

x H2 O H2 SOt electroliet.

ontlading

O H2 <■— —>

O, Pb

Pb

loodsuperoxyd. loodgeleider.

Toestand na de ontlading. Pb Pb O | x H20 H2 SOé

O Pb Pb

Voor Planté zijn de oorzaak van den secundairen stroom de oxydatie en reductie verschijnselen, het zwavelzuur is niets dan een geleidende middenstof.

Bekend is het intusschen, dat bij het nameten van het soortelijk gewicht bij een geladen en daarna ontiaden accumulator, men een belangrijk verschil in dichtheid vindt.

Dit feit, waarvoor de beschouwing van Plantb geen voldoenden uitleg geeft, was het uitgangspunt eener nieuwe theorie, de sulfaattheórie van Gladstone en Tbibe (1).

De zienswijze van Gladstone en Tbibe wordt weergegeven door de volgende voorstelling.

(1) «Electrotechnische Zeitschrift» Band III 1882 en Band IV 1883.

. ._. -,»__ i_ Ja „^firenriOirlpnP hïlflrQfTDTI flHtmiMrn'U nf tnn/voli Mit.

De Vereeni£in£ van BnrgerllJKe Ingenieurs stelt zich in eeenen deele verantwoorde^ voor de aannuu a « .«^u» „.lllUMlu Ui u^.,.*,.