W. 25. Zes-en-Dertigste Jaargang.

NIEUWSBLAD voorden BOEKHANRJffil''

De Uitgave van dit Blad, dat Donderdag» het licht siet, geschiedt door J. M. UK T HAAPF te 'i Gravenkage, aan wieii men de Advertentiën , uiterlijk tot Woensdag-middag, franco gelieve toe te zenden. Alle briefporten komen op rekening der inzenders.

DONDERDAG,

U Junij 1869.

De Abonnements-prijs is, met inbegrip van het Zondagsblad, ƒ2,25 per 3/m. De prijs der Advert.voor Geabonneerden, van 1—7 regels 50Cts.; iedere regel meer 5 Cts. Opname 3/2 m. Advertentiën van Niet-Geabonn. of Advert. door Geabonn. voor anderen geplaatst, 15 Cts. per regel. Het Zegelregt wordt in rekening gebragt.

De gevolgen der afschafllng van het Couranten-zegel.

Wij staan aan den ingang van een nieuw en hoogst gewichtig tijdperk onzer Dagblad-litteratuur. Ieder gevoelt dit, en daarom verneemt men allerlei gissiügen en vragen over wat de eerstvolgende toekomst ons geven zal. Wij zullen de voornaamste dier vragen noemen en beproeven die te beantwoorden.

Te schetsen wat onze dag- en weekbladen thans voor ons volk be. teekeneu , zou overbodig zijn na de weinig rooskleurige, misschien zelfs wel wat overdreven beschouwingen, daarover uitgelokt door de pogingen om de afschaffing van het zegel te bereiken. De hoofdvraag is nu slechts : zal de zegelafschaffing beantwoorden aan de verwack. limjen , m. a. w. : zal het publiek gebaat worden met die af* schafing ?

Naar het zich laat aanzien , zou men verkeerd handelen met daaromtrent te veel illusiën aan te kweeken. Hoofdzakelijk toch werd de zegelafschaffing verlangd , minder om het getal couranten te vergrooten, dan wel om goede degelijke lectuur voor weinig geld te verkrijgen. Of daarin voorzien moet worden door bestaande of door nieuw op te richten bladen , doet minder ter zake, maar de hoofdzaak is, dat zij zich zoowel door hun goedkoopen prijs, als door degelijke hoofdartikelen, vereenigd met beschaafde en daardoor beschaving bevorderende vormen, ruimbaan trachten te maken onder het volk, dat thans, enkele gunstige uitzonderingen daargelaten, öf in 't geheel niet, of maarten halve voldaan wordt door 't geen het thans nog wordt onder de oogeo gebracht.

Slaat men nu een blik op het leerzaam overzicht » Uitbreiding en ontwikkeling der Dagbladen, enz." in de Zondags-editie van ons blad N°. 16, 21 en volg.) dan achten wij dat de tijd, waarop men zich verheugen mag in lectuur, die aan deze eischen voldoet, nog niet zoo heel nabij is , en dat in 't algemeen door de uitgevers van Couranten nog maar half werk wordt gedaan.

Hoe weinige onzer groote bladen toch volgen het uitnemend voorbeeld, hun door de N. Rotlerd. Courant gegeven ! Deze immers was, toen alle andere na de zegelafschafSng nog schenen te aarzelen wat te doen, de eerste die feitelijk bewees, dat haar strijd voor de afschaffing ernstig gemeend was. Van ƒ33 werd haar prijs op ƒ20 per jaar gesteld; onraiddelijk werd hare redactie met nieuwe krachten versterkt en bovendien werden opstellen toegezegd van erkend bekwame penvoerders harer partij , die (zonderling genoeg !) daartoe nog niet door anderen schenen aangezocht te zijn; terwijl ten slotte het uiterlijk ilezer Courant een waardiger voorkomen verkreeg.

Meende men niet zonder grond zich te mogen vleien , dat de andere groote bladen zich door dit voorbeeld opgewekt zouden gevoelen om eveneens te handelen , de ondervinding der jongste weken leert, dat zij dit minder voordeelig voor zich zeiven achten. Zij bepalen zich meerendeels met ja ! vermindering van prijs toe te zeggen en ook verbetering van inhoud te geven of te beloven , maar te zorgen dat hier te lande de Dagblad-litteratuur een even hooge vlucht kan bereiken als b. v. in België en in Engeland , dat nemen vooralsnog maar weinigen ter harte. Men zal toch wel niet meenen , dat onze dagbladen, bij hunne tegeuwoordige houding , kans hebben ooit een zoo uitgebreid debiet te krijgen , als waarvan ons in den jongsten tijd zoo vele voorbeelden genoemd werden ? Zelfs die bladen , die thans, steunende op hunne onmisbaarheid, begrijpen hun oud stelsel zooveel doenlijk te moeten vasthouden , mochten wel eens zich spiegelen aan 't geen bij onze naburen gebeurd. Hunne onmisbaarheid toch danken zij vooral aan de hun toestroomeDde advertentiën; maar verrijzen er eenmaal bij ons een of twee bladen , die even als l'Bloile Beige of VEcho de Bruxelles een oplaag bereiken van 36000 en 12000 exemplaren, dan immers mag zelfs een Handelsblad nog maar een middelmatig voertuig heeten voor advertentiën van algemeen belang.

Is voorts de richting , die de kleinere en de lokale bladen dreigen te nemen , goed te keuren ? Wij kunnen ook hierop niet toestemmend antwoorden. De uitgevers dier bladen toch hebben zich meerendeels

beijverd, ora hunnen abonnenten te beloven hun blad te vergrooten , meer nummers per week te geven dan tot hiertoe , maar van prijsvermindering is zelden sprake, (1) terwijl zeer enkelen bescheiden genoeg zijn niet enkel meer, maar ook betere lectuur te beloven.

Handelen zij zoo om de concurrentie der groote bladen te keer te gaan; om meer advertentiën in te palmen? Wij vermoeden het, maar betwijfelen tevens of hun dat gelukken zal. Hun kracht moet zijn nuttig te blijven of te worden in den kring waarin zij zich bewegen, kortom door degelijke bespreking van lokale belangen zich onmisbaar te maken; want tegen den stroom der groote bladen zal 't hun toch niet gelukken op te werken. Iemand die gewoon is de N. Rolt. Courant, het Handelsblad, het Vaderland, izHaarl. Courant, of al die couranten bijeen te lezen, zal zich die gewoonte niet afwennen, al weet hij ook dat hij de merkwaardigste nieuwtjes uit al die couranten in een kort bestek en veel minder tijdroovend in zijn plaatselijk weekblad bijeen vindt. Ons land telt tot nog toe veel te weinig journalisten om al die van week- tot dagbladen bevorderde couranten dragelijk te vullen, en de meeste uitgevers er van zullen zich door hun zucht om bedrukt papier in plaats van geldelijk voordeel te geven , veel meer moeite voor 't zelfde loon van thans, op den hals halen.

Nog kort geleden gaf onze natie een doorslaand bewijs van tevredenheid over de inrichting van ons onderwijs. Dat onderwijs is goed en goedkoop. Ligt daarin niet eeno vingerwijzing voor ODze dag- en weekbladen ? Een tijd lang moge het nu den eigenaren onzer couranten gelukken hun toestand kunstmatig op te honden, steunende op do kracht der gewoonte, toch zullen er baanbrekers komen die de publieke meening beter zullen volgen. Indien ieder die lezen wil, de N. Rolt. Courant na 1°. Juli voor 5 cent per nummer overal koopen kan eu voor het Vaderland, het Handelsblad en andere groote dagbladen dubbel zooveel moet neerleggen, dan is 't vrij natuurlijk dat de eerstgenoemde courant veel meer in handen zal komen dan de andere en zoo ze voldoet, ook veel meer vaste lezers zal winnen. Op die wijze zal men ons publiek er dan ook aan kunnen gewennen van lieverlede het huren van couranten na te laten, en zal in ieder gezin een //familieblad" te vinden zijn. En wie zal, zoo die toestand eenmaal bereikt wordt, durven beweren dat een Hollandsch blad niet een even groot debiet kan krijgen als b. een Belgiesch ? Wordt hier te lande niet vée'1 meer gelezen dan daar? Is het niet thans reeds voor duizenden eene behoefte om jaarlijks haast even veel geld voor een paar uur hurens van een blad te betalen als na 1°. Juli de aankoop er van behoeft te kosten ? En is de hnur van couranten niet reeds daarom zoo kostbaar, nn men, om iets van belang op te delven, verplicht is 3 a. 5 bladen per dag door te loopen?

Dat de weinige bladen, die tot heden getoond hebben de zegelafschaffing vooral voor het volk nuttig te doen zijn, krachtigen steun zullen vinden, zoowel bij den boekhandel als bij het publiek, mag dan ook met grond worden verwacht. De naaste toekomst zal, naar wij vertrouwen, daaromtrent voldoende zekerheid geven.

Zijn er onder onze lezers, die andere denkbeelden over de toekomst onzer dag- en weekbladen zijn toegedaan, wij zullen die gaarin in ons blad overnemen. Met het meêdeelen van de onze is 't niet de bedoeling om onze persoonlijke meening geldend te doen achten , maar vooral om anderen uit te lokken zich te verklaren over eene zaak, die bij juiste toepassing zoo nuttig kan werken, maar bij onjuiste toepassing de gunstige uitkomsten, die men zich van de zegelafschaffing op de dag- en weekbladen voorstelt, geheel illusoir maakt.

(1) Eene zeer gunstige uitzondering maakt de N. Groninger Courant, die na 1°. Juli onder den titel Het Noorden als Dagblad voort/*8,— per jaar zal verschijnen.

Bij de COMMISSIE tot regeling van het VERTALIN6S-REGT zijn sedert de laatste opgave, ingekomen, onderstaande werken:

BLUNTSCHLI, J. E., Charakter und Geist der poütischeu Parteien. Nördlingen 1869. Aangeteekend 21 Junij 1869, voor J. H. Gebhard & C°.