7

Bijlage B.

Betreffende het Nieuwsblad heb ik niets anders op te merken, dan wat er verleden jaar door mij van getuierd werd.Alleen zij mij vergund te constateren, dat buiten mijn toedoen het Nieuwsblad van dit jaar, vooral voor onze nakomelingen, een zoo vreemd figuur maakt. Dat telkens herhalen van gedeelten van boekenlijsten in een en hetzelfde boekdeel, is toch enkel verklaarbaar voor hen die weten dat ik, als gelastigde van onze Vereeniging, verplicht was in ons officieel orgaan de gewone rubrieken te blij ven geven, ongeacht dat die gedeeltelijk overbodig werden door de oprichting en gratis verspreiding van het Zondagsblad enz. Zoolang dus Zondagsblad en Nieuwsblad ieder afzonderlijk geredigeerd worden en niettemin beide bladen door den uitgever-eigenaar met eene doorloopende paginering worden begiftigd , zal men in dien zonderlingen toestand moeten berusten.

Ik neem tevens deze gelegenheid waar mijnen dank te betuigen aan hen, die mij nu en dan hunne bijdragen voor ons blad toezonden.

Amsterdam, Julij 1869. G, L. Ftjnke.

Bijlage C.

Verslag van den heer J. L. Bewers , omtrent de middelen tot bekendmaking der voortbrengselen der Nederlandsche letterkunde in hei Buitenland.

Mijne Heeren!

Ingevolge Uw opdracht ben ik in het vorige jaar voortgegaan met het zenden van lijsten van Nederlandsche uitgaven aan Hinrich's Vierteljahrscatalog. Zij werden daarin geregeld en nauwkeurig opgenomen. Vóór echter op de laatste vergadering mijne lastgeving werd hernieuwd, had er eene discussie plaats , die ik met korte woorden U wil herinneren. De Heer Hinriohs had in het belang der zaak gemeend te moeten aanraden de vermelding der Ned. uitgaven te doen plaats hebben in den Halbjahrl. Catalog in plaats van in den Vierleljahrl. Catalog. De reden er van vond hij daarin, dat de eerste meer werd gekocht en wel voornamelijk door bibliotheken, terwijl hij meer werd bewaard dan met den Viertelj. Catalog het geval is. Het bezwaar werd geopperd dat de uitgaven niet zoo spoedig onder de oogen der buitenlanders kwamen, en om aan dat bezwaar nog beter te gemoet te komen , stelden eenigen Uwer voor de opneming te doen plaats vinden in den Wekelijkschen Catalogus van Hinhichs. Over de waarschijnlijke kosten daaraan verbonden kon ik toen geen opheldering geven en daarop werd besloten voorloopig voort te gaan met de vermeldin"

in den Vierteljahrs Catalog, zooals tot dusverre plaats had.

Op mijne informatie bij den Heer Hinrichs bekwam ik het antwoord, dat hij in den Wekelijkschen Catalogus geen

Nederlandsche uitgaven kon opnemen, maar gesteld dat daaraan geen bezwaar verbonden was , dan zou hij toch eene dergelijke vermelding ten stelligste moeten afraden , omdat

die wekelijksche lijsten in verhouding van de andere uitgaven bijna niet bewaard blijven. Maar bovendien zouden de Nederlandsche uitgaven , wanneer zij in dezelfde verhouding als thans opgenomen werden, in zulk een wekelijksch nummer zóó gering zijn, dat zij geheel over het hoofd zouden gezien worden. Nu de wekelijksche bekendmaking bepaald vervalt, vestig ik nogmaals Uwe aandacht op het ten vorige jare medegedeelde verzoek van den Heer Hinricus, en stel u daarom voor voortaan de bekendmakingen te doen plaatsen in den Halfjaarlijkschen Catalogus.

Wat ik overigens meende te kunnen doen ter bekendmaking onzer litteratuur in het buitenland, heb ik niet laten voorbijgaan. The Bookseller betoonde zich steeds bereid hetgeen ik hem zond in zijn journaal op te nemen. Moest ik ten vorige jare U melden dat The publisher's Circular tot nog toe ongezind scheen de opgave van Nederlandsche boeken te vermelden , sedert is daarin eene gewenschte verandering gekomen, en heeft de redactie het voorbeeld van the Bookseller gevolgd. Zooals U bekend is heeft de Bibliographie de la France van tijd tot tijd eene opgave van Nederlandsche uitgaven, doch zooals ik vroeger opmerkte, de keuze was steeds allerzonderlingst en beantwoordde niet aan het doel, daar men meestal of vertalingen bf boeken vermeldde, die, gij zult het gaarne toestemmen, geen gelukkig idee van de Nederlandsche litteratuur moesten inboezemen. Nu onlangs met de redactie weder in correspondentie zijnde, heb ik op nieuw op eene wijziging ten dien opzichte aangedrongen en daarop een zoo welwillend antwoord ontvangen , dat ik U durf verzekeren, dat die opname van nu aan meer in overeenstemming zal ziju met het doel, dat wij ons voorstellen (1).

Het Literarisch Wochenblaü van Wcjttich nam geregeld op, wat ik hem ter vermelding toezond. De uitgever bracht bij den aanvang van dit jaar eene wijziging in zijn weekblad , en wel zóó, dat het thans zoowel met Duitscheu, Fransehen , Engelschen , Italiaanschen , als ook afionderlijk met Nederlandschen titel verschijnt. Dit bewijs van belangstelling zult U zeker met belangstelling hebben opgemerkt.

In het laatst van het vorige jaar vatte de Heer Adolf tc Berlijn het plan op eene Historisch-politische Bibliographie uit te geven. Op mijn verzoek verleende hij ook aan de Nederlandsche literatuur een plaatsje, en gaf in de vijf verschenen nummers wat hier te lande verscheen vrij nauwkeurig terug.

Ik twijfel er niet aan of gij zult genegen zijn op den ingeslagen weg voort te gaan; het kan niet uitblijven of onze letterkunde zal zich daardoor over meerdere bekendheid buiten onze grenzen mogen verheugen.

J. L. Bellers.

(1) Het zoo even verschenen N°. van !i Juli geeft het bewijs, dat de Redactie het niet bij woorden laat.