71

werd de handel aangemerkt als eerste levensbron. Eenige partijen goederen, van verschillenden aard en overeenkomende met de bekende behoefte in de Molukken, zijn van November jl. af elke maand uitgezonden. De resultaten daarvan kunnen nog niet bekend zijn, maar toch is in een kort bericht de voordeelige verkoop der eerste uitzending medegedeeld. Tot bevordering van den handel met nabijgelegen plaatsen is te Amsterdam een stoomschip van 60 a. 65 ton laadruimte en 125 paardenkracht gebouwd, dat, reeds te water gelaten, binnen weinige weken naar Batjan zal vertrekken. Onder toezicht van de meest ervaren deskundigen gebouwd, zal het een in alle opzichten zeewaardig vaartuig blijken te zijn. Om de communicatie tusschen Batjan en de hoofdplaats Ternate niet van prauwen te doen afhankelijk zijn, werd te Amsterdam een stoombarkas van 15 ton (buiten het machinerieruim) en 35 paardenkracht gekocht en naar Batjan gezonden. Door een ongeluk aan den ketel is dit vaartuig tijdelijk opgehouden in het volgen zijner bestemming.

Om den landbouw met eenige beteekenis te kunnen aanvangen is, in de eerste plaats, noodig een voldoend aantal arbeiders. De mogelijkheid om die te verkrijgen is wel eens tegengesproken en als in het geheel niet bestaande voorgesteld. Men kan thans reeds wijzen op cijfers, die wel niet hoog zijn, maar voor het korte tijdsverloop van de werkzaamheden alleszins bevredigend mogen genoemd worden.

De hoofdadministrateur, de heer J. J. de Bochemont, kwam den 7en Januari te Ternate en vertrok den 22en naar Badjan, waar hij na 2'/2 dagreizen in een prauw aankwam. Den 30en Januari had hij reeds 60 arbeiders in dienst, den 7en Februari vermeerderde dit aantal door aanvoer per mailboot met 67 koppen, en den 2Sen Februari kwamen nog 23 arbeiders van Ternate en Tidore. Volgens de laatst ontvangen mededeelingen heeft de hoofdadministrateur buitendien het gegronde uitzicht op de aanwerving van een belangrijk aantal