01
Katholieke missie gevestigd is, in de Molukkenvaart op te nemen. En alsof wij nog leefden in den hoogtijd van het Kalvinisme en het noodig was om de pil te vergulden, wordt er in een noot nog aan toegevoegd: „ De omweg, dien de stoomboot daardoor maken moet, bedraagt niet meer dan eén geografische mijl." Dus de concessie is niet van dien aard dat de protestanten er uit een financiëel oogpunt zich aan kunnen ergeren, want geld kost het niet, iedere reis hoogstens f 3,90. Dat het de geestelijkheid ernst is, om Larantoeka tot een bolwerk van het Katholicisme te maken, kan ook daaruit worden opgemaakt dat bij het einde van 1875 reeds drie catechiseermeesters in Oost-Elores werkzaam waren, die te Larantoeka hunne opleiding hadden genoten en dat een door de geestelijken ter laatstgemelde plaats bestuurde school reeds 70 leerlingen telde. Geheel in overeenstemming met de tradiaên van de eerste baanbrekers in het verre oosten, wordt ook hier weder door hen het geloof dienstbaar gemaakt, tot het opwekken van den arbeidszin en werd tot dat einde in de nabijheid van die school een koffietuin aangelegd, die, door de oudere leerlingen bewerkt, goede resultaten beloofde. Dit neemt intusschen niet weg, dat de resultaten reeds financieel zooveel beloofden, dat het Roomsch-Katholiek onderwijs al dadelijk den geldelijken steun van den Staat kon ontberen, daar, zooals uit hetzelfde koloniaal verslag blijkt, dat jaar aan een '-tal Eoomsch-Katholieke gemeenten een tegemoetkoming uit slands kas is verstrekt tot het bezoldigen van kerkelijke hediendén.
Ook verrees te Larantoeka een nieuwe kapel op dë plaats waar een heidensch kerkgebouw (het pamalihuis) had gestaan.
Aan het einde van 1875 bedroeg het aantal Eoomsch-Katholieke burgers te Larantoeka 5039 en dat der communicanten -300, terwijl tot de eerste heilige communie werden aangekomen 30, gedoopt 124 en huwelijken ingezegend 3. Van Maumeri waren dat jaar geen statistieke opgaven als deze ont-