54

Ook zonder deze wijding moge zijne nagedachtenis geëerd zijn als die van een man die goed was uit behoefte, die wèl deed zonder uitzicht op belooning, — die zich het lot van verdrukten aantrok, wetende dat hij zich moeielijkheden op de schouders laadde en ongevoelig voor veroordeelingen, waarvan hij wist dat zij niet zouden uitblijven.

J. A. van den Broek.

Delft, 31 December 1885.