444

„Ook de sluiting van sommige gewesten of districten voor den verkoop van opium heeft hoegenaamd geen invloed op de consumtie in die streken. Zoowel de pachters in de aangrenzende districten als de smokkelaars, voorzien geheel in de behoefte; zelfs is de consumtie daar soms grooter dan elders, omdat het debiet daar niet door den pachtschat gedrukt wordt en de prijzen dus zooveel lager kunnen zijn. Vooral de uitgestrekte residentie Preanger-Eegentschappen biedt voor den smokkelaar een prachtig exploitatie-terrein aan, omdat van daaruit de clandestine invoer in de residentiën Bantam, Batavia, Krawang, Cheribon en Banjoemas zeer gemakkelijk is.

„Waarschijnlijk met het doel om bij de verpachting eene sterke concurrentie uit te lokken — misschien ook om politieke redenen — heeft de Eegeering goedgevonden, om elke residentie op Java tot een afzonderlijk pachtperceel te maken. Het gevolg daarvan is geweest, dat die kleine pachtperceelen meestal in handen zijn gevallen van elkander dood vijandige kongsi's, welke elkander op alle mogelijke wijzen trachten afbreuk te doen en te benadeelen. — Een sterk sprekend voorbeeld daarvan heeft men jaren achtereen kunnen waarnemen van de zijde der pacht in de residentie Semarang ten nadeele van die in' de residentie Kedoe. Nabij de grenzen van laatstgenoemd gewest, namelijk, ligt in het district Bodja de desa Soekoredjo; daar had de pachter van Semarang eene opium-verkoopplaats gevestigd, waar hij circa 12,000 thail 'sjaars verkocht tegen ƒ5.— per thail. Aangezien die beduidende hoeveelheid opium bijna geheel werd binnengesmokkeld in het pachtdistrict Kedoe, leed de pachter van dit perceel een winstderving van minstens ƒ100,000 'sjaars, terwijl deze schade stellig nog met de helft vermeerderd werd, omdat de pachter van Kedoe, ten einde eenigszins het hoofd te kunnen bieden aan die concurrentie, gedwongen was, over een beduidende strook langs de grens van Semarang het opium tegen zeer verlaagden prijs te verkoopen. De pachter