Generaal H. Demmeni.

Niet ten onrechte wordt allerwege den onlangs overleden gouverneur van Atjeh met leedwezen herdacht. Het Nederlandsch Indische leger verliest in hem een zijner beste aanvoerders, de Eegeering een zijner intelligenste civiele gezagvoerders. Ook de officieele „Javasche Courant" brengt hulde aan den man, die zoozeer getoond heeft voor zijne moeielijke taak berekend te zijn. Aan de bijzonderheden omtrent zijne loopbaan, die wij aan het blad ontleenen, meenen wij te moeten toevoegen, dat, toen de achttienjarige jonge man in September 1848 dienst nam te Harderwijk, hij volstrekt niet behoorde tot de .„enfants perdus", die vaak het koloniaal werfdepot als uiterste toevluchtsoord bereiken.

Zijn wij goed ingelicht, dan was Henry Demmeni de zoon van een niet onverdienstelijk gepensioneerd kapitein van het Indisch leger en werd hij in Zwitserland reeds van zijne vroegtijdige jeugd opgeleid om met eere te gaan dienen in de gelederen, van welke zijn vader de beste herinneringen had bewaard. Dit verklaart op de eenvoudigste wijze de proinotie's, die de verdienstelijke militair achtervolgens maakte en nog meer het hooge pijl van ontwikkeling, welke generaal Demmeni had bereikt, toen de dood hem aan zijn gewichtigen werkkring onttrok.