65

G. F. Clignett beklom den 18 October 1838 den berg Smeroe, en gaf daarvan verslag in bet tijdschrift van dat jaar. Goenoeng Salak wordt mede beschreven. Een deskundige behandelt de theecultuur in Britsch Indie en op Java en geeft inlichtingen omtrent de wijze van het bereiden der zwarte thee te Suddeija, in Opper-Assam. H. P. geeft onder den titel van „ Helena". Eene oorspronkelijke vertelling uit de XVII eeuw," eene allerliefste novelle, die allezins door het tegenwoordig geslacht verdient herlezen te worden. Zij is te uitvoerig om nog in dit nommer overgedrukt te worden. Plaatsruimte hebben wij slechts meer voor eene bijdrage tot de geschiedenis der lijfstraffelijke rechtspleging in Nederlandsch Indie, die in den eersten jaargang voorkomt, onder den titel: „Moord uit hebzucht," en het motto ontleend aan Horatius:

Quid non mortalia pectora cogis Auri sacra fames

In eene der rijkste en meest bewoonde dessa's der residentie C... leefden, stil en genoegelijk met elkander de Javaan Sapie en zijne jonge vrouw Sartipan, en waren door ijver en vlijt, en — dank zij der weldadige uitbreiding der culture — voor Inlanders van hun stand, vrij wel bemiddeld. Twee jaren geleden waren zij gehuwd, en het huwelijk had hen metéén kind gezegend, waarvan de verzorging de aangenaamste bezigheid was voor hunne moeder Tassidja, eene oude weduwe van 60 jaren, die ook een deel van hun huisgezin uitmaakte en die, voor zoo ver hare hooge jaren dit toelieten, door de opbrengst van haar weefgetouw het hare tot gemeenschappelijk onderhoud bijbracht.

Het is bekend, dat Inlanders, wanneer de fortuin hen zegent, veelal de gewoonte hebben, om het geld, dat zij niet tot hun dagelijksch onderhoud benoodigd hebben, tot den aankoop van verschillende gouden en zilveren sieraden te bezigen; zoo zagen zich dan ook Sartipan en haar man weldra in het bezit van gouden pendings en soembings

ii.