270

waren. Wij dachten dat dit slechts een voorwendsel was, tot dat we eene poging deden om naar het eiland Haroeka over te steken, waarbij wij bijna verdronken. Bene sterke wind stak plotseling op, en toen wij in volle zee kwamen, scheen onze boot slechts een speeltuig voor de hooge rollende golven, en onze lieden verklaarden dat er niet te denken was aan sturen indien wij in ons plan volhardden om door te gaan. Nadat de boot tweemaal bijna omgekanteld was, moesten wij ons voornemen opgeven en terugkeeren.