45

vrijmoedig voorkomen. Het zijn de vrouwen, die naar het verwijderde bosch gaan om den armen boden, die de koraalrots bedekt, te bebouwen met aardvruchten, manioc, suikerriet, rijst, katoen en tabak, die voor de dagelijksche behoeften noodig zijn. Zij zijn het die de padi tot meel stampen; den geheelen dag, hier of daar in het dorp, wordt het eentoonige geluid gehoord van den stamper in de ruime tridacna. Zij moeten sterke spieren hebben; zij tillen den zwaren stamper alsof het een bamboe ware. En hoe handig halen zij het graan met de linkerhand binnen; ternauwernood wordt een greintje onder het stampen verspild. Wat mocht vallen, wordt terstond opgepikt door de vogels, die hier zeer tam zijn; hieraan is het waarschijnlijk toe te schrijven dat de Tenimbervogels in zulk een goeden toestand verkeeren en in 't bijzonder zoo smakelijk zijn.

Hier en daar zit een vrouw onder de luifel van haar huis te weven. Haar weefgetouw is een erfstuk, en het eenvoudig toestel is dikwerf zeer uitgesneden; het is een tijdverdrijf van de courmakers van achtervolgende geslachten nieuw snijwerk te maken op den weeftoestel der aangebeden schoone. De gesp van haar gordel is ook zijn werk; ik geloof zelfs dat het een teeken van verloving is wanneer het meisje de gesp draagt, die door haar vrijer gemaakt is. Het eene end van het weefgetouw is vastgemaakt aan een sterken horizontalen paal, waartegen de weefster de voeten drukt, en het andere end wordt door een band rondom haar nek vastgehouden ; op die wijze is haar werk uitgerekt, en ik heb soms uren lang de verwonderlijke vlugheid en het onovertroffen geduld staan bewonderen, met welke zij de draden aanbrengt voor het geliefkoosde Tenimberpatroon, dat eigen is aan alle stoffen van hare hand.

Twee soorten van kleeden worden gemaakt: de eene van prachtige, zijden katoen, die zij zelve teelen, tot garen spinnen op een curieuse kleine klos of twijnder met een voorraad in een teenen korf die aan den arm hangt, en