116

den naam van Transkaspië, nadat Rusland er bezit van had genomen.

De inlijving van de khanaten Samarkand, Taschkent en Khokand bij Rusland begon in 1865. Boekhara en Khiwa werden vazalstaten van den Czaar. Nadat van de oostelijke zijde deze landen waren onderworpen, werd in 1879 de veldtocht ondernomen tegen de Achal Teken, die te Achaloase, in het zuidwesten van Turkestan, bewonen. Eerst twee jaren later gelukte het na een harden strijd aan generaal Skobeleff, hunne hoofdstad Kisil-Arvat in te nemen, en op deze verovering volgde de annexatie der oases van Tedschew en Merw.

De Achal-oase telt 35.000 bewoners. Zij wordt door eene steppe van ongeveer 75 werst breedte gescheiden van de Tedschew-oase, met ongeveer 30.000 bewoners en Doeschak als hoofdstad. Hier is het klimaat zeer ongezond voor den Europeaan. Tusschen de oases van Tedschew en Merw ligt eene woestijn van 125 werst. Laatstgenoemde oase met 700.000 bewoners heeft een voortreffelijk klimaat, de grond wordt er besproeid door de rivier de Murghab. Om van Merw naar Tschardschuï te komen moet weder eene woestijn van 125 werst breedte worden doorschreden.

Nadat Merw onderworpen was, kon de aanleg van den Transkaspischen spoorweg, waarmede men in 1873 begonnen was, doch welke gedurende geruimen tijd moest worden gestaakt, worden voortgezet. Van 1884 tot het einde van 1886 werd de lijn vervolgd over Askabad, Duschak, Merw en het op de Boekhaarsche grenzen aan de Araoe Darja gelegen Tschardschuï. In het begin van dit jaar was men gereed met de overbrugging dier rivier, welke met vele zwarigheden gepaard ging. In de laatste maanden is er ijverig gewerkt aan het leggen der rails van de stad Boekhara tot Samarkand.

De bevolking van het gebied van Boekhara, eene van de vruchtbaarste streken der aarde, bedraagt ruim 2 millioen.