424

worden geraadpleegd bij benoeming, verplaatsing of ontslag van rechterlijke ambtenaren. Immers daardoor wordt o. a. juist afgeweken van het door de Kamer in herinnering gebrachte vroegere besluit van den toenmaligen Landvoogd om den procureur-generaal niet meer te hooren bij benoemingen van ambtenaren van het openbaar ministerie. Thans is in deze quaestie beslist dat de Gouverneur-Generaal vrij moet zijn om in deze gevallen zoowel den procureur-generaal te raadplegen als den directeur van justitie. Evenmin als den Landvoogd eenige verplichting is opgelegd tot raadpleging van dien directeur, zou het, naar het inzien van den ondergeteekende, te pas komen hem aan het inroepen van het advies van den president van het Hof en van den procureurgeneraal te binden.

Ten aanzien van de herziening der in Indie geldende bepalingen nopens de faillissementen is door den directeur van justitie de voorlichting van de kamers van koophandel en nijverheid ingeroepen. Aangaande het denkbeeld om de vreemde Oosterlingen te verplichten hunne boeken te houden in latijnsche karakters en in de maleische taal, meent de ondergeteekende zich vooralsnog te kunnen bepalen tot eene verwijzing naar blz. 15 der memorie van antwoord op het voorloopig verslag betreffende het eerste ontwerp der Indische begrooting voor 1884 (Zitting 1883—1884, 4, n°. 49), waar de redenen zijn medegedeeld die van de verwezenlijking van dit denkbeeld hebben doen afzien. Ook in de afschaffing van art. 327 van het Strafwetboek voor inlanders, volgens hetwelk het niet of niet behoorlijk houden van koopmansboeken niet strafbaar is, wanneer de oorzaak daarvan gelegen is in onbedrevenheid, is blijkens het Koloniaal Verslag van 1885, blz. 54, geen afdoend middel gevonden om het hier bedoelde euvel tegen te gaan.

Het reglement op de uitoefening der politie, de burgerlijke rechtspleging en de strafvordering onder de inlanders en de daarmede gelijk gestelde personen op Java en Madura