460

haald overleg plaats gehad, dat evenwel nog tot geene voldoende oplossing der daarmede samenhangende vraagstukken, de Nederlandsche zoowel als de Indische geldmiddelen betreffende, geleid heeft.

Nopens de samenstelling der maritieme inrichtingen in Indie is nog ten vorigen jare eene beslissing genomen, in dezen zin, dat die inrichtingen alle te Soerabaja vereenigd zouden worden. Aan die beslissing is een omstandig onderzoek van eene commissie in Indie voorafgaan, en er is geen reden om daarop terug te komen. Het denkbeeld om eene commissie in te stellen die advies zou moeten uitbrengen over de wijze waarop de maritieme middelen in Indie moeten zijn samengesteld, wil de ondergeteekende gaarne in beraad nemen, maar het zou zijns inziens in geen geval tot uitvoering kunnen komen terwijl de onderzoekingen betreffende de middelen om de voornaamste havens van Java tegen vijandelijke aanvallen te verdedigen, waarvoor in Indie commissiƫn zijn ingesteld, nog hangende zijn.

In het Koloniaal Verslag en in de bijlage G en H daarvan komen ten aanzien van de schepen der Indische militaire en gouvernementsmarine uitvoerige opgaven voor, welke, naar de ondergeteekende meent, de overlegging van een staat bij de begrooting, ingericht als de bijlage A van de Nederlandsche marine-begrooting, overbodig maken.

Aangezien, overeenkomstig het ten vorigen jare ontwikkelde plan, de samentrekking van alle maritieme middelen te Soerabaja geleidelijk wordt tot stand gebracht, namelijk naargelang de nieuwe gebouwen aan de Oedjong gereed komen, moest nog bij de voorgedragen begrooting op de posten c en d voor het etablisement op Onrust gerekend worden. Het dok van Onrust blijft (voortaan te Soerabaja) in dienst en dus ook een dokmeester bij dat dok.

Een geblindeerd schietkatoen magazijn (waarvoor f 35.000 is uitgetrokken) is noodig voor den torpedodienst in Indie. Nu eene torpedo-boot is uitgezonden, kunnen de inrichtingen