192

„ de kwestie voor goed uit te maken, bieden wij u de geheele „ St. Luciabaai aan met het grondgebied daardoor begrensd, „dan blijft Boeloengan ook onverdeeld onder eene vlag.

„Laat dan Tandjong Mengliat liggende op 1° N.B. onze „ grens aan zee zijn, en als grens tot in het binnenland toe „de Noordelijke grens van het rijk van Koetei l"

Bezuiden die Kaap, is de zeeroof van weinig beteekenis, omdat die zeeschuimers daar geen zulke goede voor oorlogsschepen onbereikbare schuilplaatsen vinden als in de St. Luciabaai, en dan kunnen wij verlost worden uit den hoe langer hoe meer onhoudbaar wordenden toestand waarin het bezit van de St. Luciabaai ons brengt, en ons met meer ernst bezighouden met de landen op de Oostkust gelegen beneden Batoe Mengliat, en onzen invloed daar meer doen gevoelen.

Daar zijn wij al veel verder gevorderd, dan benoorden die Kaap, met inwerking van ons gezag op de behandeling der lands-aaugelegenheden. Te Koetei is een assistent-resident geplaatst al sedert 35 jaren; in de laatste jaren stond een controleur der le klasse den Sultan van Passir ter zijde, terwijl na de annexatie van het Rijk van Martapoera in 1860, het binnenland tot op den evenaar toe, aan ons rechtstreeksch bestuur gehoorzaamt.

Doen wij daarentegen geen vrij willigen afstand van de St. Lucia-baai en houdt Engeland vast aan de rechten van de British North Borneo Company dan zullen wij eindigen met toegeven, en dan zie ik in eene naaste toekomst eene bron zich openen van aanhoudende en ieder oogenblik terugkomende verwikkelingen en chicanes met en van Engeland, wanneer wij beiden ieder over een deel daar baas zullen zijn en wanneer onze wederzijdsche oorlogsbodems in die baai naast elkander zullen liggen, ongeacht nog de zooeven geciteerde en als zeer waarschijnlijk zoo niet als zeker gestelde grensoorlog, indien Boeloengan de Tidoengsche landen ontnomen en onder Engelsche vlag gebracht worden. Die baai is in een woord onmogelijk te deelen.