216

jeneverbelasting. De snikeraccijns is een van de minst slecht werkende accijnzen, wijl de welgestelden daaraan het meest betalen. Hij gelooft overigens ook dat de suiker is een consumtieartikel en niet een weeldeartikel. Intusschen de quaestie der afschaffing kan niet op zichzelf beschouwd worden. Spreker hoopt ook dat de drang uit het volk op den duur de accijnzen zal doen verdwijnen en herhaalt zijn twijfel omtrent de verlevendiging van den handel na de afschaffing van den suikeraccijns.

De heer Levy antwoordt nog dat de heer Cremer als freetrader voor afschaffing is, maar zoovele nevenbezwaren heeft, dat de tegenstanders der afschaffing moeilijk betere hulp kunnen vinden. De bedoeling is de suiker meer onder bereik der mindere klasse te brengen, wijl het een voedingsartikel is en hoeverre de staat op den rechten weg is, waar hij met de jeneverbelasting tweeërlei, een fiscaal en een propaedeutisch doel betoogt, laat spr. in het midden. Het schreit ten Hemel dat thans nog in Nederland een belastbaar inkomen van 200 millioen onbelast is en 45 millioen op dergelijke wijze worden opgebracht. Aan de liberale partij blijft de taak om, ook in weerwil eener tegenstrevende regeering, alle accijnzen te doen vervallen en naar eene progressieve rijks inkomstenbelasting te streven.

De heer Zeveryn wijst op het groote belang van de vraag wat tegenover de koloniale suiker de geprojecteerde conventie beteekent, en betoogt op verschillende gronden de wenschelijkheid om in het belang onzer koloniën de conventie aan te nemen.

Nadat de heer Ledeboer de onjuistheden had aangetoond van sommige cijfers in de rede van den inleider, en de heer Spakler verklaard had dat onder de tegenwoordige omstandigheden de raffinaderijen geene bescherming genieten, repliceerde de heer Heldring nog kortelijk. Hij zeide zijn gevoelen, dat de suikerconventie veroordeeld is, te handhaven, en dat het beter is op een vrij standpunt te blijven.