103

vloei sel van het sedert kort door hem aangenomen beginsel om in zijn gebied slechts dan ambten van vader op zoon te doen overgaan als de zoon een schoolcursus met vrucht heeft doorloopen. Om die school op goede grondslagen te doen rusten, is door de Indische Regeering machtiging verleend om daarbij, voorloopig voor den tijd van één jaar, gouvernements onderwijzend personeel te detacheeren, zullende, ter goedmaking in de kosten, de te innen schoolgelden ten bate van den lande komen.

Het geheele getal leerlingen op zendings- en andere particuliere scholen bedroeg voor Java en Madura 9942 jongens en 590 meisjes.

De opgaven omtrent het getal Mahomedaansche scholen zijn weinig bruikbaar. In het eene gewest heeft men er alle Mohamedaansche scholen, dus ook de veelal in iedere dessa aangetroffen langgar's in opgenomen, elders alleen de scholen (pesantren's) die eene opleiding geven aan den priesterstand. Drie residenten op Java hebben maar in het geheel geen opgave gedaan. In de overige gewesten is men op bovenbedoelde wijze gekomen tot een totaal van 17,879 scholen met 259,166 leerlingen. Wat Bantam betreft wordt opgegeven dat er 875 scholen zijn met 10,965 leerlingenen dat van die scholen er 164 waren bestemd ter opleiding voor den priesterstand.

Het getal Chineesche scholen wordt als volgt opgegeven: Java en Madura 191 met 3734 leerlingen; Buitenbezittingen 109 met 1370 leerlingen.

Op een aantal plaatsen maken de vreemde Oosterlingen gebruik van de inlandsche of van de Europeesche school.

Studie van Oostersche talen en van de instellingen van den Islam. — Dr. Neubronner van der Tuuk bleef voortgaan met de aanvulling van zijn Balineesch—Oud-Javaansch woordenboek. Balineesche lettertypen zijn naar Batavia gezonden opdat met het drukken Worde aangevangen.