46e Jaargang

15 Mei 1931

Nummer 20

DE INGENIEUR

WEEKBLAD GEWIJD AAN DE TECHNIEK EN DE OEKONOMIE VAN OPENBARE WERKEN EN NIJVERHEID Orgaan van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs en van de Vereeniging van Delftsche Ingenieurs

Het Kon. hut v. Ingenieurs en de Ver. v. Delftsche Ing. stellen zich niet verantwoordelijk voor de denkbeelden in de onderscheiden bijdragen ontwikkeld en toegelicht.

Commissie van Toezicht: prof. ir. J. C. DIJXHOORN, hoogleeraar in de Werktuigbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft, voorzitter; dr. ir. G. W. VAN HEUKELOM, hoofding., chef van den dienst van Weg en Werken bij de Ned. Spoorw. te Utrecht, secr; ihr. ir. C. E. W. VAN PANHUYS, directeur van het Rijksbureau voor de ontwatering te 's Graveohage.

Redactie:

Verantwoordelijk hoofdredacteur: ir. R. A. VAN SANDICK; Plaatsvervangend hoofdredacteur: ir. H. SANGSTER. — Vaste medewerker in Ned. Indië : prof. ir. C. G. J. VREEDENBURGH te Bandoeng. Redactie.Adres: Prinsessegracht 23, " S-G RA V EN H AG E, Telll7692

Prijs per jaarg. franco per post: Voor Nederland en West-Indië ƒ20—, voor Ned. Oost-Indië en het Buitenl. ƒ22.50. Men abonneert zich voor een ]aarg. (1 Jan.-31 Dec.).

Afzonderlijke nummers : Binnenland ƒ0.50. Buitenland ƒ0.55. — Advertentiën per regel ƒ0.50, boven 500 regels reductie volgens speciaal tar.et. Voor administratie, abonnementen en advertenties: NV. A. OOSTHOEK'S Uitgevers Maatij, Domstraat 1-3, UTRECHT. Telefoon 10860, Giro No. 35973.

A. ALGEMEEN GEDEELTE 20.

INHOUD- Agenda van vergaderingen. —De Centrale Noord II der Gemeente Amsterdam officieel in gebruik genomen, door Sr— XVe Internationaal Scheepvaartcongres te Venetië 12—23 September 1931, door Dr.-Ing. ir. H. Wortman. Vereeniging van Waterstaatsingenieurs in Ned.-Indië. Afdeeling Nederland: Verslag der Vergadering op 2 Mei 1931. — Nieuwsberichten: Xe Congres voor Bibliographie te 's-Gravenhage, 25—29 Augustus 1931. — Officieele berichten. — Personalia. — Kon. Instituut van Ingenieurs. Vrouwe Janssens-Arriëns-Fonds. Afdeeling voor Bouw- en Waterbouwkunde: Verslag der vergadering op 4 Mei 1931. Notulen der vergadering op 4 Mei 1931. — Programma van vergaderingen: Kon. Instituut van Ingenieurs: Feestvergadering te Amsterdam en IJmuiden 9 en 10 Juni 1931. Afdeeling voor Electrotechmek: Vergadering op 19 Mei 1931. Afdeeling voor Verkeer en Verkeerstechniek: Voorloopige mededeehng. — Open betrekkingen. — Gezochte betrekkingen. — Errata.

AGENDA VAN VERGADERINGEN.

19 Mei 1931. Vergadering van de Afdeeling voor Electrotechniek te Kootwijk. (Blz. A. 176)

5—7 Juni 1931. Vergadering en excursie van de Hafenbautechnische Gesellschaft te Emden en Borkum, met introductie voor Instituutsleden. (Blz. A. 99).

9 en 10 Juni 1931. Feestvergadering van het Kon. Instituut van Ingenieurs te Amsterdam en IJmuiden. (Blz. A.183)

18 Juni 1931. Vergadering van de Afdeeling voor Verkeer en Verkeerstechniek te Amsterdam. (Blz. A. 184)

24 Juni 1931. Algemeene zomervergadering van de Vereeniging van Delftsche Ingenieurs. (Blz. A. 118)

De Centrale Noord II der Gemeente Amsterdam officieel in gebruik genomen.

Van de uitnoodiging, de officieele opening van de Centrale Noord II te Amsterdam op 5 Mei 1931 bij te wonen, hadden velen gebruik gemaakt.

Samengekomen in de feestelijk met bloemen en planten versierde voorruimte van het ketelhuis, werden de aanwezigen door den wethouder dr. F. M. Wibaut namens het Gemeentebestuur welkom geheeten, waarna de directeur van het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf dr. W. Ltjlofs een korte uiteenzetting gaf van de nieuwe centrale, en haar totstandkoming.

In Augustus 1928 besloten commissarissen der N.V. P. E. G. E. M. de centrale Noord met 35000—45000 kW uit te breiden, en op 19 Juli 1929 besloot de Gemeenteraad tot deze vergrooting, overeenkomstig het door de P. E. G. E. M. vastgestelde ontwerp.

Daar de bestaande gebouwen hiervoor geen ruimte meer boden, moesten plannen ontworpen worden voor een nieuw complex, om dit vermogen onder te brengen. Voortbouwende op de ervaringen, opgedaan met de bestaande installatie, werd besloten tot het stichten eener nieuwe electrische centrale, ingericht voor poederkoolbedrijf, met ketel- en turbine-eenheden van zoodanige grootte en bouwwijze, dat deze logisch zouden aansluiten bij de voorlaatste uitbreidingen^der Centrale Noord.

Het nieuwe project was aan een aantal voorwaarden gebonden, daar de installatie zich eenerzijds moest aanpassen aan de reeds bestaande kolentransportinrichting en anderzijds aan den reeds aanwezigen schakelaanleg.

Sinds de laatste vijf jaren zijn zoovele nieuwe vindingen en verbeteringen gelanceerd, dat een keuze tusschen deze schoon lijkende bezuinigingen, welke nog niet allen gedurende een langere periode zijn beproefd, niet eenvoudig is.

De grootste vooruitgang is wel te constateeren in den toegepasten stoomdruk der ketels. Allerlei constructies, die reeds ver over de 100 at stoomdruk produceeren, kwamen op de markt. Dr. Lulofs heeft deze nieuwe constructies uit bedrijfsveilige overwegingen niet aangedurfd, en heeft de reeds langeren tijd beproefde 32 at. aangehouden.

Ketels.

De drie met poederkool te stoken ketels zijn gebouwd voor een stoomlevering van 90 t p/uur, bij den reeds genoemden druk van 32 kg/cm2 en een temperatuur van 425° C. In de verbrandingskamer, met een inhoud van 620 m3, monden acht branders uit. Het afkoelend oppervlak van den ketel is 1300 m2, van den vuurhaard 687 m2.

De rookgassen worden, na de hydraulische aschvanginstallatie te zijn gepasseerd, door de zuigtrek ventilatoren afgevoerd via de schoorsteenen, welke een hoogte hebben van 60 m boven den beganen grond. Per uur en per ketel wordt met behulp van 50 m3 water 1500 kg vliegasch medegevoerd naar het bezinkbassin in het Johan van Hasseltkanaal.

De asch wordt eveneens hydraulisch, met behulp van 300 m3 water per uur bij een druk van 8 kg/cm2, afgevoerd naar bovengenoemde bezinkbassins.

De kolen-transport en -maalinrichting.

De kolen worden uit het kolenpark, of uit de daaraan grenzende silo's, waarin 600 t kolen kunnen worden geborgen, door middel van twee emmerconveyors, elk met een capaciteit van 45 t p/uur, omhoog gebracht. Vanuit de bunkertorens, worden de kolen via twee weegmachines, elk met een uurcapaciteit van 75 t, door middel van twee horizontale sleepkettingen voor transport van 45 t p/uur, vervoerd naar drie boven de kolenmaalinrichting geplaatste bunkers, elk met een inhoud van 200 t.

De kolenmaalinrichting, van het eenheidssysteem, bestaat uit 12 tweelingmolens, welke elk 2.2 t kolen per uur kan verwerken tot een zoodanige fijnheid, dat 85 % de mazen passeert van een zeef met 6400 openingen per cm2. De helft der tweelingmolens wordt twee aan twee aangedreven door turbines van 250 pk bij 3000 omw/min.,