19-3-1937

De Ingenieur no. 12. Werktuig- en Scheepsbouw 3.

W. 27

LITERATUUR.

Compound Marine Engines sixty years ago, Reprinted from The Engineer, 1890 and 1891.

G. M. Roentgen, Der Erfinder der Mehrfach-Expansions Dampfmaschine von E. Brückmann, Zeitschrift V.D.I. 1892, S. 941 en 978.

Die Entwicklung d. Schiffsdampfmaschine in den letzten Jahrzehnten von C. Busley, 1888.

Verbrandingsmotoren voor Zeeschepen, bekroonde prijsvraag, door H. W. van Tijen, De Ingenieur 1911, blz. 569 vlg.

W. H. Martin, door D. Croll Sr., De Ingenieur 1917, blz. 391.

A. C. Metzelaar, door ir. W. J. Muller, De Ingenieur 1920, blz. 946.

C. Hohn, door ir. J. C. Dijxhoorn, De Ingenieur 1910, blz. 36; door A. Meijer, De Ingenieur 1922, blz. 649.

Leven en bedrijf van G. M. Roentgen, Gedenkschrift van de Maatschappij voor S. en W. „Fijenoord", door dr. M. G. de Boer. 1923.

Scheepsoliemotoren, door ir. H. W. van Tijen. 1925.

D. Croll, door ir. R. A. van Sandick, De Ingenieur 1914, blz. 875 en 1920 blz. 2; door Th. P. Löhnis en door

H. de Raaf, De Ingenieur 1924, blz. 17.

Herdenking van het 50-jarig bestaan van de Koninkl. Maatschij. „De Schelde", door ir. R. A. van Sandick, De Ingenieur 1925, blz. 899.

Manner der Technik von Conrad Matschoss 1925; G. M, Roentgen, Seite 231.

Honderd jaar Machine-industrie op Oostenburg, Gedenkboek van „Werkspoor", door dr. M. G. de Boer. 1927.

Eenige mededeelingen over het ontstaan en de ontwikkeling der Machine-industrie in Nederland. Rede gehouden door J. Muysken Sen. bij het 60-jarig bestaan van het Gezelschap Leeghwater, De Ingenieur 1928, blz. W. 99.

J. Muysken, door C. Kloos, De Ingenieur 1928, blz. A. 104.

C. Kloos, door ir. A. Heldring, De Ingenieur 1931, blz. A. 483.

C. F. Stork, door L. A. van Royen, De Ingenieur 1934, blz. A. 289.

Arie Smit, door ir. R. A. van Sandick, De Ingenieur 1925, blz. 339; door ir. Wouter Cool, De Ingenieur 1935, blz. A. 163.

De fabricage van courantenpapier

door

ir. W. VBRWEY.

Korte inleiding tot het bezoek van de Afdeeling voor Werktuig- en Scheepsbouw en van die voor Electrotechniek en Techn. Natuurkunde aan Fabriek Renkum II der N.V. Ver. Kon. Papierfabrieken der fa. van Gelder & Zonen te Amsterdam op 23 Maart 1937.

Courantenpapier bestaat voor ca. 80 % uit houtstof, Voor de rest grootendeels uit cellulose, enkele procenten China-clay (pijpaarde) als vulstof, aluin voor het neerslaan Van de hars en eventueele kleurstoffen.

De Houtslijperij.

De goedkoopste wijze, om losse vezels te verkrijgen, is de Mechanische n.1. met Houtslijpers (fig. 1), waarbij het hout door middel van door olie bediende stempels of door neergaande kettingen krachtig gedrukt wordt op een slijpsteen Van ca. 1,50 m diameter, aangedreven door 1500 kW motoren. Een spuit S houdt den steen schoon en verdunt bet slijpsel tot een dunne vloeistof. De stof stroomt door spanenvangers (fig. 2), bestaande uit schuddende zeefÖaten, waar de grove spanen op achterblijven en door krabbers verwijderd worden. Centrifugaal-pompen, van een gemeenschappelijke capaciteit van meerdere 10-tallen m3 per min, voeren de stof 20 m hooger naar de sorteerders (fig. 3), waar roteerende schoepen de axiaal binnentredende stof door een stilstaande zeef met gaatjes van ca. 1 mm centrifugeeren, zoodat slechts de te grove stof (bij A) de zeef weer axiaal verlaat en de goede stof (fijnstof) radiaal uittreedt (bij B). Raffineurs maken de grofstof fijner, waarna ze opnieuw naar de sorteerders gevoerd wordt. De fijnstof stroomt naar de indikkers (fig. 4), be-

Fig. la. Persenslijper.

Fig. 2. Spanenvanger.

Fig. 16. Kettingslijper.

Fig. 3. Sorteerder.

staande uit een zeeftrommel van zeer fijn kopergaas, waar het water van buiten naar binnen doorheen stroomt, terwijl de stof als een dikke brei op de trommel blijft hangen, om vervolgens tegen de gummierol R te blijven plakken, daar door een schraper te worden afgenomen en in een groote voorraadskuip te vallen. Het water keert terug naar de slijpers (spuiten S) en verhit zich dus steeds hooger.

De Cellulose-Malerij.

Een duurdere wijze, om de houtvezels los te maken, is de chemische, waarbij de lignine tusschen de vezels wordt uitgeloogd, zoodat sterke, onbeschadigde vezels vrijkomen, die belangrijk bijdragen tot de sterkte van het papier (het niet verwijderen van de lignine uit de houtstof veroorzaakt tevens snelle ontleding, dus geel worden van het papier). De firma van Gelder vervaardigt haar cellulose in haar fabriek te Velsen, ook voor de zusterfabrieken. In Renkum worden de vellen cellulose slechts gebroken (fig. 5) door een snel roteerende as met punten A, om vervolgens door een band in een oploskuip gebracht te worden en in opgelosten toestand door een kegelstofmolen C gevoerd te worden, waar ze tusschen een as met snel roteerende messen (rotor) en stilstaande messen (huis) gedrukt wordt, het z.g. „malen". Ten slotte belandt de cellulose in een voorraadskuip.